Nieuwsbrief

De 10 geheimste musea van Parijs

Het Louvre kent iedereen, Pompidou weten toeristen ook te vinden, maar ooit gehoord van het Nationaal Rioolmuseum? Voilà: tien Parijse musea die u altijd al wilde bezoeken, maar waarvan u niet wist dat ze bestonden.

MUSÉE MADAME CURIE
Een stralend laboratorium

Het laboratorium waar Marie Curie onderzoek deed naar radioactiviteit en het nut ervan voor de behandeling van kanker, is nu een museum. Het lab werd door de Universiteit van Parijs gebouwd nadat Marie in een huisje om de hoek radium (vernoemd naar het Latijnse woord voor straling) en polonium (naar Curies geboorteland Polen) ontdekte en ze haar tweede Nobelprijs had gewonnen. Curie werkte hier twintig jaar, tot haar dood in 1934. Sindsdien is het radioactieve meubilair wijselijk vervangen door replica’s – door de grote doses straling waaraan ze tijdens haar werk was blootgesteld, overleed Curie aan leukemie. Wel echt zijn de kasten vol scheikundeboeken in het kantoortje en persoonlijke eigendommen als het zwarte jurkje dat Madame Curie het laatst droeg in haar lab. Haar handgeschreven aantekeningen hangen ingelijst aan de muur, veilig achter stralingswerend glas.

Het Musée Marie Curie is geopend van dinsdag tot en met vrijdag van tien tot zes. De toegang is gratis, donaties zijn welkom, en iedere bezoeker krijgt een persoonlijke rondleiding. Institut Curie, 11 rue Pierre et Marie Curie, 5e Arr. (Quartier Latin), tel. +33 1 4234 6749, www.curie.fr/musee. Metro Place Monge, RER Luxembourg.
Tip: Wie de smaak te pakken heeft, wandelt ook langs de andere plekken die een rol speelden in het werk en leven van Madame Curie, van de Sorbonne waar ze studeerde en de eerste vrouwelijke professor werd tot het Pantheon waar ze als eerste vrouw werd begraven. Een kant-en-klare route, compleet met kaartje, staat hier.

MUSÉE DES EGOUTS
Onwelriekend onderduiken

Dat het Rioolmuseum in Parijs staat is niet gek. Riolering werd dan wel uitgevonden door de Romeinen, maar keizer Napoleon III maakte er pas echt werk van. Dwars tegen de tijdgeest in was hij gesteld op hygiëne en vond hij dat alle onderdanen schone straten en frisse lucht verdienden. Tout à la rue was totdantoe het devies, alles op straat, maar de drek van poep en pies die via de straten in de Seine sijpelde, ging ondergronds. Onder leiding van architect Haussmann begon het grote graven, en nu is het Parijse riool een ondergrondse stad met 2500 kilometer aan tunnels, compleet met straatnaambordjes. Plus een museum. Door een putdeksel klautert u naar beneden, daar volgt een vrolijke voorlichtingsfilm en een rondleiding langs gevonden voorwerpen, van duizenden autosleutels tot het stoffelijk overschot van een orang-oetan. En dan het onwelriekende hoogtepunt: het riool in.

Een bezoek aan het Musée des Egouts is een hachelijke onderneming: op zomerse dagen is de stank pregnant en er leven zoveel ratten als Parijs inwoners telt. Toch is het Parijse riool als toeristische attractie niets nieuws; al tijdens de Wereldtentoonstelling van 1867 werden met groot succes excursies georganiseerd in luxueuze boten. In 1908 ging het riool permanent open voor bezoekers als ‘Musée Sanitaire’, in 1989 werd het gemoderniseerd en als Musée des Egouts heropend door Jacques Chirac. Wat hij kon, kan u ook: knijper op de neus en onderduiken maar. De ingang lijkt een gewone, typisch Parijse kiosk aan de Quai d’Orsay, ter hoogte van nummer 93, vijftig meter van de Pont de l’Alma. Entree € 4, open ma-wo en za/zo 11-17u, winterseizoen tot 16u, tel. +33 1 5368 2781, website (alleen Frans), metro Alma-Marceau, RER Pont de l’Alma.

MUSÉE EDITH PIAF
Op huisbezoek bij Piaf

Edith Piaf leidde een tranentrekkend bestaan en toch had ze nergens spijt van – getuige haar grootste hit, Non, je ne regrette rien. Talloze plekken in Parijs herinneren aan de minuscule chansonnière met de grote stem, van het ziekenhuis van het 20e arrondissement óf de stoep van Rue de Belleville 72 (niemand weet zeker op welke van die twee plekken ze ter wereld kwam) tot het teleurstellend sobere graf op Père Lachaise waar ze ruste in vrede. Haar oude appartement, ver van het gebaande toeristenpad in de wijk Ménilmontant, is ingericht als minimuseum vol gouden en platina platen, oude foto’s en schilderijen, kleding, servies, meubels en een bronzen buste. Pronkstuk is een kartonnen pop van de charismatische zangeres op ware grootte, met haar zwarte jurkje en schoenen – maat 34. Op de achtergrond klinkt Piaf onophoudelijk. Het sfeervolle huismuseum wordt gerund én bewoond door Bernard Marchois, voorman van de Piaf-fanclub en schrijver van twee biografieën.

Een bezoek aan het Musée Edith Piaf vergt planning, want het is op doordeweekse middagen alleen op afspraak te bezoeken – minimaal 24 uur van tevoren, tel. +33 1 4355 5272, Monsieur Marchois spreekt alleen Frans. Toegang gratis, donaties zijn welkom. 5 rue Crespin du Gast, 11e arr., metro Ménilmontant.
Tip: Piaf-fans gaan ook op pad langs de andere Parijse plekken die aan het roemrijke en toch zo tragische bestaan van ‘de kleine mus’. Een wandelroute langs vijf van de vele locaties staat compleet met plattegrond op Routeyou.com, een andere route (maar gek genoeg zonder museum en graf) op de website van het Frans Verkeersbureau – daar staan ook de gidsen opgesomd die u graag met Piaf meenemen door Parijs.

MUSÉE BACCARAT
Philippe Starcks kristalpaleis

In een chic paleis aan het Place des Etats-Unis onthaalde de excentrieke gravin Marie-Laure de Noailles vrienden als Buñuel, Cocteau en Dalí op wilde feesten. Nu is er het Musée Baccarat ondergebracht, van de beroemde en decadente Franse kristalslijper. Zo zwierig als de villa van buiten is, zo hip is het museum van binnen – dankzij überdesigner Philippe Starck. Hij bedacht een twee meter hoge stoel van Baccarat-kristal en liet een buitenproportionele kristallen kroonluchter afzinken in een dito aquarium. Vijfduizend peperdure parafernalia zijn er tentoongesteld, waaronder kristallen klassiekers als het glaswerk van de vorige paus en een kandelaar van tsaar Nicolaas II. Lunchen kan onder een roterende kroonluchter van 157 kaarsjes, maar de ideale afsluiter van het bezoek is een maal in de inpandige Cristal Room, een van Parijs’ beste (en duurste) restaurants. Kost wat – zo’n honderd euro per couvert – maar dan heb je ook wat.

Het Musée Baccarat is dagelijks open van 10 tot 18:30u, behalve op dinsdag en zondag. Entree € 5, 11 place des Etats-Unis, tel. +33 1 4022 1100, www.baccarat.fr, metro Iéna of Boissières.
Tip: Decadent dejeuneren in een decor van somptueus houtsnijwerk, ampel bladgoud, gebronsde spiegels, vervaarlijke kroonluchters en een en al flonkerend kristal op tafel, kan in het museumrestaurant, Cristal Room. Kost wat, ruim honderd euro per couvert, maar dan heb je ook wat. Alleen lunch, ma-za 12:30-17u. Beter betaalbaar en laagdrempeliger is The Gallery, en daar kan ook worden gedineerd: ma-za 12-14 en 19:30-22u.

FONDATION LE CORBUSIER
Een machine om in te wonen

Charles-Edouard Jeanneret, die naam zegt niemand iets. De visionaire voorman van het Nieuwe Bouwen kennen we onder zijn pseudoniem: Le Corbusier. Beroemd werd hij met de theorie dat een huis geen huis zou moeten zijn, maar een machine à habiter, een ‘machine om in te wonen’. Le Corbu dacht groot, als een moderne Haussmann, en ontwierp wooncomplexen met behalve honderden woningen ook winkelstraten, wasserettes, scholen, een hotel, bioscoop en een park met speeltuin en zwembad op het dak – La Cité Radieuse in Marseille is van zijn megaprojecten de bekendste. De totalitaire ontwerpen werden destijds beschimpt, maar kregen wel navolging; de Braziliaanse hoofdstad Brasilia, de Brusselse wijk Heizel en de Amsterdamse Bijlmer werden geïnspireerd op Le Corbusier. Over de grootste vernieuwer van de moderne architectuur kom je alles te weten in de Fondation Le Corbusier, vol schetsen, studies, meubels en meeslepende plannen in twee aanpalende villa’s, ontworpen door Le Corbu zelve.

De Fondation Le Corbusier is geopend op maandag 13:30-18u, di-do 10-12:30 en 13:30-18u, vr 10-12:30 en 13:30-17u, za 10-17u, zo gesloten. 10 square du Docteur Blanche, tel. +33 1 4288 3318,www.fondationlecorbusier.fr, metro Jasmin.
Tip: De Fondation heeft een lijst met andere Corbu-huizen die in en om Parijs van buiten te bezichtigen en soms ook van binnen te bezoeken zijn, zoals vlakbij het privé-appartement van Le Corbusier en, even buiten Parijs in Poissy, zijn meesterwerk Villa Savoye.

MUSÉE DE LA VIE ROMANTIQUE
Schilderen met Ary Scheffer

Hartje stad om de hoek bij de Moulin Rouge, gratis toegankelijk en toch schaars bezocht: in de historische villa van Ary Scheffer, de Hollandse hofschilder van koning Lodewijk Filips, huist het Musée de la Vie Romantique. In zijn salon kreeg Scheffers beroemde boezemvrienden als Liszt, Rossini, Dickens en Delacroix op de koffie. Daar is nu een tentoonstelling over George Sand, de beroemdste schrijfster van de romantische school, vooral vanwege haar scandaleuze relatie met componist Chopin – die door Scheffers driewerf geportretteerd werd. Aan de overkant van de binnenplaats is Scheffers atelier bewaard gebleven alsof hij er gisteren nog aan het werk was, compleet met ezels, paletten en al dan niet voltooide schilderijen. Check voor uw bezoek of er een lezing of concert op stapel staat, en blijf bij mooi lekker plakken in de theetuin, misschien wel het meest romantische plekje van Parijs.

Het Musée de la Vie Romantique is alle dagen behalve maandag open van tien tot zes. De toegang is gratis, behalve voor tijdelijke exposities. Hôtel Scheffer-Renan, 16 rue Chaptal, Montmartre, tel. +33 1 5531 9567, www.vie-romantique.paris.fr (alleen Frans), metro Pigalle.
Tip: Bent u hier toch, bezoek dan vooral ook het graf van Ary Scheffer op de wondermooie begraafplaats van Montmartre. (Hier rusten ook de componisten Offenbach en Berlioz en zangeres Dalida. Van schrijver Emile Zola staat alleen de tombe er nog; zijn lichaam is bijgezet in het Pantheon.)

MUSÉE DU VIN
Aangeschoten in het museum

Niets zo Frans als fijne wijn, en dan verwacht je in de betere reisgids toch een prominente plaats voor het Wijnmuseum. Niks daarvan; het Musée du Vin is onbekend en onbemind, en da’s onterecht. Al was het maar om het onderkomen: een gewelfde wijnkelder die in de middeleeuwen door monniken met engelengeduld uit de kalkgrond werd gehouwen, onder een wijngaard aan wat toen de Rue Vineuse heette, de wijnstraat. Het klooster sneuvelde tijdens de Revolutie en ook de wijngaarden verdwenen, maar de kelder is gebleven. Daar leert u alles over de geschiedenis en kunst van het Franse wijnmaken, van druif tot glas. Het kan nog gezelliger: zowel in het Frans als Engels zijn er proeverijen. Slurpen moet en uitspugen mag, maar hóeft niet. Wie dan nog niet aangeschoten is, schuift aan tafel in het museumrestaurant – een driegangenlunch kost zestig euro, inclusief bij elke gang een zorgvuldig door de sommelier gekozen wijn uit eigen kelder. Santé.

Het Musée du Vin is alle dagen behalve maandag open van tien tot zes. Rue des Eaux/5 square Dickens, 16e arr., tel. +33 1 4525 6326,www.museeduvinparis.com, metro Passy. Het museumrestaurant is geopend op dezelfde dagen, alleen voor de lunch.
Tip: wijnliefhebbers bezoeken vlakbij ook de laatst overgebleven wijngaard van Parijs. Sinds de Romeinen wemelde het hier van de wijngaarden die samen alle Parijse wijnkelders bevoorraadden, maar ze moesten allemaal plaatsmaken voor de uitdijende stad. Nu is Le Clos Montmartre de allerlaatste piepkleine wijngaard, die jaarlijks nog zo’n duizend flessen rode wijn produceert. Bent u hier toevallig in oktober, mis dan niet het Oogstfeest. Le Clos Montmartre, rue des Saules/rue Saint Vincent, Montmartre, tel. +33 1 4492 3534, www.commanderie-montmartre.com (alleen Frans), metro Lamarck-Caulaincourt.

MUSÉE DES ARTS FORAINS
Oud-Fransch kermisvermaeck

De historische wijnpakhuizen van Bercy aan de Seine zijn puik verbouwd en bieden onderdak aan drie curieuze attracties. Het Théâtre du Merveilleux is een ouderwets rariteitenkabinet maar dan met de modernste techniek, Les Salons Vénitiens een ode aan het traditionele Venetiaanse carnaval. Maar de grote trekker is het Musée des Arts Forains, het kermismuseum dat door eigenaar Jean-Paul Favand eigenhandig is ingericht met zijn kostbare collectie van nostalgische attracties. Een complete kermis is nagebouwd, maar dan uit de hoogtijdagen, de 19e eeuw, toen het op de kermis nog très chic toeging. Een draaimolen op stoom met handgemaakte paarden met zadels van fluweel, een zwierig Hooghuys-pierement, een ouderwetse biljartkraam, antieke lachspiegels, een marionettentheater en een schiettent, allemaal minutieus gerestaureerd en uitgerust met duizenden gloeilampjes, kleurige ornamenten en glimmend koper en bladgoud alom.

Het Musée des Arts Forains is alleen op afspraak open – stuur tijdig een e-mail met de datum dat u wilt komen naar infos@pavillons-de-bercy.com. ‘Ter bescherming van de collectie’ is zelf rondneuzen er niet bij. Een gids vertelt in geuren en kleuren de verhalen achter de verschillende kermisattracties, zet ze aan en laat ze in volle glorie ronddraaien, en met een beetje mazzel mag u zelf een ritje maken in zo’n antieke draaimolen. Erg is dat dus niet – alleen jammer dat de rondleidingen er alleen in het Frans zijn. Les Pavillons de Bercy, 53 avenue des Terroirs de France, 12e arr., tel. +33 1 4340 1622, www.pavillons-de-bercy.com, metro Cour-Saint-Emilion

MAXIM’S MUSÉE ART NOUVEAU
Het boudoir van La Belle Otero

Boven Parijs’ beroemdste restaurant toverde couturier Pierre Cardin een enorm appartement om tot art-nouveau-museum. In een halve eeuw verzamelde Cardin vijfhonderd art-nouveau-objecten bij elkaar – meubels van Majorelle, lampen van Tiffany, biscuitporselein uit Karlsbad, vasen uit Vallauris en schilderijen van Toulouse-Lautrec. Daarmee creëerde hij in twaalf kamers op drie verdiepingen het chique boudoir van een courtisane. Welke peperdure prostituee uit de belle époque Cardin precies in gedachten had blijft mysterieus, maar denk aan La Belle Otero, die de prins van Monaco, de koning van Engeland en de tsaar van Rusland tot haar cliëntèle rekende, en naar wier borsten de koepels van het Carlton-hotel in Cannes zijn gemodelleerd. Op de bovenverdieping wordt het helemaal pikant: daar zijn de chambres d’amour, het liefdesnest, met een somptueus versierd hemelbed van Majorelle, compleet met dansende zwanen en zingende nimfen. Oeh-la-la.

Maxim’s Musée Art Nouveau is gevestigd boven restaurant Maxim’s en geopend van woensdag tot en met zondag 14-17:30u, entree € 15, reserveren verplicht. 3 rue Royale, 8e arr., tel. +33 1 4265 3047, www.maxims-musee-artnouveau.com, metro Concorde.
Tip: Combineert u het museumbezoek met een lekker lange lunch bij Maxim’s, dan bent u voor 110 euro de hele middag zoet. Logeert u ook graag in dezelfde sfeer, boek dan in Hôtel Résidence Maxim’s voor 2000 euro de Sarah Bernardt-suite.

MUSÉE DUPUYTREN
Menselijke monsters op sterk water

Tweekoppige en eenogige baby’s op sterk water, skeletten van kinderen met waterhoofden, verwrongen schedels en een rijk assortiment aan andere menselijke monsters – het is een gezellige boel in het Musée Dupuytren. Sinds 1832 is dit schemerige zaaltje van de Medische Faculteit van de Universiteit van Parijs volgestouwd met de missers van Moeder Natuur. Zesduizend van die anatomische rariteiten staan hier in glazen vitrines en kloeke apothekerspotten bij elkaar, van misvormde embryo’s en griezelige gezwellen tot wassen replica’s van verwrongen hoofden tot gebochelde skeletten – Quasimodo voor het echie. Alleen voor mensen met een sterke maag; anders bezoekt u beter het ándere academische anatomiemuseum. Het Musée Orfila heeft een collectie van nog eens zesduizend anatomische objecten, van zowel mensen als dieren, ditmaal zonder afwijkingen, in twee prachtige zalen. De universiteit wil plaats maken voor collegebanken en is de bijzondere collectie liever kwijt dan rijk, dus bezoek het nu het nog kan.

Het Musée Dupuytren is gevestigd in een achterafzaaltje van de medische faculteit van de Université Pierre & Marie Curie. De meeste studenten weten niet eens van het bestaan van het bizarre museum, dus wie het niet kan vinden, gaat beter te raden bij het personeel. Entree € 5, geopend van dinsdag tot en met vrijdag van twee tot vijf, gesloten tijdens schoolvakanties. Centre des Cordeliers, 15 rue de l’Ecole de Médecine, tel. +33 1 4234 6860, website, metro Odéon.
Het Musée Orfila is gevestigd op de 8e verdieping van de afdeling anatomie van de medische faculteit van de Universiteit René Descartes, en is op dinsdag, donderdag en vrijdag alleen op afspraak te bezoeken. De toegang is gratis, gesloten tijdens schoolvakanties. Université Paris Descartes, Faculté de Médecine, 45 rue des Saints-Pères, 6e arr., tel. +33 1 4286 2047, website, metro Saint-Germain-des-Prés
Museumstad bij uitstek
Geen wereldstad telt zóveel musea als Parijs: ruim honderdvijftig. Je kunt het zo gek niet bedenken of er is een museum voor: van de politie tot de posterijen, van het Verzet tot het Vreemdelingenlegioen en van advertenties tot absint. Met de Paris Museum Pass – twee, vier of zes dagen geldig voor resp. € 30, 45 of 60, te koop bij VVV, FNAC, metrostations en deelnemende musea, zie www.parismuseumpass.com – krijgt u toegang tot tientallen musea en monumenten, maar de meeste in dit artikel genoemde musea zijn privé en doen daar niet aan mee. Hou er rekening mee dat bijna alle musea op maandag en/of dinsdag gesloten zijn; kleinere musea hebben beperktere openingstijden en sommige zijn alleen toegankelijk op afspraak.
Parijs Praktisch
Hoe kom je er?
Per Thalys bent u vanuit Amsterdam in vier uur in Parijs, een retourtje boekt u vanaf € 50 (Voordeeltarief, beperkte beschikbaarheid) via www.nshispeed.nl
Lokaal vervoer
De Thalys arriveert op Gare du Nord, daarvandaan reis je makkelijk verder per metro. Een los kaartje kost € 1,50, een carnetvan tien kaartjes € 11,10, een dagkaart (ParisVisite) € 8,50. www.ratp.fr
Informatie
Voor vertrek: Maison de la France, tel. 0900-1122332 (50 cpm), www.franceguide.com/nl. Ter plekke: informatiekantoren op Gare du Nord, bij het Louvre en in Montmartre, www.parisinfo.com.

Gratis nieuwsbrief
Wil jij mijn reisreportages gratis in je mailbox? Ik stuur je graag eens per kwartaal mijn nieuwsbrief.