Nieuwsbrief

De burchten van Bellinzona

De meeste toeristen racen er per Wilhelm Tell Express voorbij op weg naar Locarno en Lugano, maar wie uitstapt in Bellinzona, wordt beloond met drie majestueuze middeleeuwse burchten op de Werelderfgoedlijst.

Veel stadjes van het bescheiden formaat van Bellinzona zouden al dolblij zijn met één middeleeuws kasteel. Bellinzona heeft er niet één, maar drie. Keurig op een rij ligt het trio burchten op het smalste punt van de Ticinovallei, verbonden door een stevige verdedigingsmuur, temidden van de toppen van het Gotthardmassief en tezamen met stip genoteerd op de Werelderfgoedlijst.

Het ziet hier zwart van de toeristen, zo zou je verwachten. Maar nee, die racen direct door naar de meren van Locarno en Lugano. Als ik via de ophaalbrug de slotgracht oversteek, blijk ik het middelste kasteel, Montebello uit 1313, zomaar voor mezelf te hebben. De vriendelijke mevrouw achter het kaartjesloket is het enige wat hier beweegt. In alle rust struin ik over de binnenplaats langs een curieuze latrine, langs de metersdikke weermuren met kantelen en moordgaten en langs een later aangebouwd kapelletje. Door de plompe toren klim ik het dak op voor een fenomenaal uitzicht op het grootste kasteel, Castelgrande, honderd meter lager in het zonovergoten dal.

Verschillende alpenpassen tussen Wallis en Graubünden in Zwitserland en het toentertijd Italiaanse Ticino, komen uit in dit smalle dal. Die strategische ligging was de Romeinen al opgevallen, die hier twee millennia geleden een burcht bouwden. Bellinzona bloeide als handelsstad op de belangrijke route van de oerkantons naar Milaan en moest worden beschermd tegen de oprukkende Zwitsers. In de middeleeuwen werd de stad verbouwd tot onneembare vesting, met een metersdikke stadsmuur die het dal hermetisch afsloot en kastelen met kanonskogels, kruisbogen en kokende olie om aanvallers af te weren.

Bellinzona werd anderhalve eeuw lang fortuinlijk geregeerd door de Milanese hertogen van Visconti, totdat Lodewijk XII binnenviel in 1499. Daar wilden de bewoners niets van weten, ze bonjourden de Fransen eruit en zetten de stadspoorten open voor de Zwitsers die hen bescherming boden. Bellinzona sloot zich aan bij het Zwitsers Eedgenootschap en sindsdien is het vredig in het enige Italiaanstalige kanton van Zwitserland. De burchten van Bellinzona bleven puntgaaf bewaard en van de stadsmuur staat nog tweederde overeind.

Castelgrande is de oudste en grootste van het stel, prominent op een rots boven de oude stad, met twee markante torens en een mooi uitzicht op de bergen met op de toppen eeuwige sneeuw. Sasso Corbaro uit 1478 is het jongste en kleinste kasteel, hoog boven het stadje op een eenzame rotspunt. Beide burchten hebben een chic restaurant met elk een terras onder de wijnranken, een dure maar uitstekende kaart vol pasta en wild plus een eindeloze wijnlijst – want een dagje burchten bezoeken mag best een beetje ontspannend zijn. 

Bellinzona Praktisch
Het Castelgrande is het hele jaar geopend, Montebello en Sasso Corbaro van april tot november. Naar het hoogstgelegen kasteel is het een flinke maar mooie wandeling door de wijngaarden, dus plan je bezoek aan Bellinzona niet te krap. Kijk voor de precieze openingstijden van de kastelen, musea en restaurants op www.bellinzonaturismo.ch.

Gratis nieuwsbrief
Wil jij mijn reisreportages gratis in je mailbox? Ik stuur je graag eens per kwartaal mijn nieuwsbrief.