Met vijftig chocolatiers, een chocolademuseum en een chocoladefestival is het de chocoladehoofdstad van België. Reisjournalist Sander Groen gaat op proefverlof in Brugge voor een verrukkelijk chocoladeweekend.
Dik in de veertig is Dominique Persoone, maar hij is zo blij als een kind als hij zijn uitvinding demonstreert: een chocoladesnuifmachine. Bedacht voor een verjaarsdiner van de Rolling Stones, aan de keukentafel met figuurzaag in elkaar geknutseld van perspex en hoogstpersoonlijk onder de neus van Mick Jagger en de zijnen geduwd. “Wil je ook een snuifje?” vraagt hij ons met pretoogjes. “Kijk, zo werkt het. Je doet op de twee palletjes wat chocoladepoeder, naar keus met framboos of met gember en munt, houdt je neus erboven, drukt op de knop en voilà, de chocola wordt zo je neusgaten ingeschoten. Alleen het snuiven moet je zelf doen.”
Persoone was gevraagd om voor het feest wat grapjes in het menu te verwerken en hij legde al snel de link met seks, drugs en rock ’n’ roll. Jagger kon het wel waarderen en riep enthousiast tegen een journalist: “Yeah man, we’re having a great time, we sniffed chocolate!” De volgende dag stond het in de krant en Persoone werd platgebeld door mensen die dat ook wilden, zo’n bruine snuif. Na tientallen telefoontjes en e-mails besloot hij de snuifmachine in productie te nemen en die ligt nu prachtig verpakt in de etalage van The Chocolate Line, zijn chocoladewinkel in Brugge. Voor 45 euro kunt ook u chocolade snuiven, net als de Stones.
Bonbon met sigaarsmaak
Persoone noemt zichzelf geen chocolatier maar shock-o-latier en verkoopt geen doorsnee bonbonnetjes, maar chocolaatjes met Japanse wasabi, met saffraancurry, met gebakken uitjes, met pinda en koriander of met havannabladeren. Die laatste, met de afbeelding van een rokende sigaar erop geschilderd, wekt verbaasde blikken op bij zijn klanten – want een bonbon met sigaarsmaak, dat kan niet lekker zijn.
“Voor die praline, want zo noemen wij een bonbon in België, worden sigarenbladeren uit Cuba gemarineerd in rum en cognac en van het distillaat daarvan maak ik de vulling. Of het lekker is? Proef maar.” De sigaarsmaak blijkt subtiel, alsof je in de rooksalon van een herensociëteit achteroverleunend in een chesterfield een chocolaatje eet, met een goed glas erbij. Van de bonbon met wasabi, dat scherpe groene spul dat je bij sushi krijgt, staat je mond niet meteen in vuur en vlam, maar het geeft de marsepein een pittig smaakje. Hoe vreemd de chocolaatjes ook lijken, ze zijn stuk voor stuk verrukkelijk.
Vijftig chocolaterieën
Dominique Persoone is inmiddels een BV’er, een Bekende Vlaming, met zijn eigen tv-programma, zijn eigen boek, Cacao – De chocoladeroute, over zijn chocoladereis naar Mexico en door Gourmand uitgeroepen tot het beste chocoladeboek ter wereld, en een fonkelnieuwe winkel in het Paleis op de Meir, het mooiste pand aan de beroemdste winkelstraat van Antwerpen. Toch begon Persoone zijn bescheiden chocolaterie in 1992 niet per ongeluk in Brugge.
Onze zuiderburen zijn verzot op de zoete zonde, ze snoepen gemiddeld tien kilo chocola per jaar weg, en Brugge is de chocoladehoofdstad van België. De middeleeuwse stad staat bol van de chocolaterieën; ruim vijftig zijn het er. Die leveren traditioneel handwerk, zoals Sukerbuyc, de oudste chocolatier van de stad met aan de overkant van de straat een ouderwetse tearoom met de allerlekkerste warme chocolademelk, of juist hippe designbonbonnetjes, zoals BbyB, een winkel die meer lijkt op een minimalistische apotheek dan op een chocolaterie.
Chocolademuseum
Zoals het een chocoladehoofdstad betaamt, is er ook een chocolademuseum: Choco-Story. Op drie verdiepingen leren we alles over de ruim tweeduizendjarige geschiedenis van cacao en chocolade, van de Maya’s tot nu. Leuk weetje: de Maya’s beschouwden hun chocomel niet alleen als godendrank, maar gebruikten cacao ook als betaalmiddel; een slaaf kocht je destijds voor honderd cacaobonen. In november is er zelfs een compleet chocoladefestival, Choco Laté, met een chocoladebeurs, chocoladewandelingen en chocoladeworkshops.
Jelle heeft een bolle toet – zoals het hoort bij een employee van het chocolademuseum. Een spoedcursus pralines maken krijgen we en daarom moeten we een schort voor en een mal mutsje op. Jelle legt uit dat er twee soorten bonbons bestaan: geënrobeerde, waarbij je begint met de vulling en eindigt met het omhulsel en de decoratie, en gemouleerde, waarbij het precies andersom gaat. Geklieder met vloeibare chocolade, druipende mallen, trillende machines en een puntzak vol hazelnootpraliné volgt en allez, een uur later zijn ze klaar: onze eigen handgemaakte bonbonnetjes. Het Sjakie en de Chocoladefabriek-gevoel is totaal als we die in een zakje mee naar huis mogen nemen.
Chocolademassage
Van al die chocolaatjes zijn we inmiddels een kilo of tien aangekomen, maar een chocoladediner kan er nog wel bij. In zijn chique restaurant zet chef-kok Patrick Devos op verzoek een delicaat chocoladediner op tafel: Sint-Jakobsvruchten met witte chocola uit de Dominicaanse Republiek, langoustines met Costaricaanse melkchocolade en Mechelse koekoek met bittere chocolade uit Oeganda met een cacaopercentage van 80 procent. Chocolademousse toe en jawel, bij de koffie komt een bonbonnetje.
De grande finale van ons chocoladeweekend moet nog komen. Behalve voor inwendig gebruik is chocolade ook lekker voor lijf en leden en dus gaan we plat voor een chocolademassage. Of eigenlijk een chocoladewellnessarrangement: een rugpakking met chocolade, dan een massage met chocolade-olie en tot slot een gezichtsbehandeling met chocolademasker. Terug in het hotel, volledig ontspannen, geurt de hele kamer naar chocolade. En de eerder aangeschafte kilodoos vol designchocolaatjes komt tevoorschijn – want chocolade, daar heb je in Brugge niet snel tabak van.