Reis deze zomer door Nederland met de Volkskrant. Wekelijks een nieuwe themaroute met audiotour voor liefhebbers van kunst, cultuur en architectuur. Fiets met reisjournalist Sander Groen door kunstenaarskolonie Bergen.
Het Noord-Hollandse dorp Bergen heeft rond de vorige eeuwwisseling een grote aantrekkingskracht op kunstenaars en aristocraten. Ze worden gelokt door de frisse boslucht én door de eega van de burgemeester. Deze mevrouw Van Reenen transformeert het povere boerengehucht zo’n beetje eigenhandig tot blakende kunstenaarskolonie naar Larens voorbeeld, compleet met villapark, hertenkamp en badplaats. En dat lukt: langs de Buerweg in Bergen Binnen betrekken veel kunstschilders hun ateliers, zoals Leo Gestel, Gerrit van Blaaderen en Charley Toorop. De kunstenaars van de Bergense School ageren tegen het impressionisme en zijn de pioniers van het Nederlandse expressionisme.
Vanaf het Stedelijk Museum Alkmaar, met een permanente tentoonstelling over de Bergense School, is het langs de Bergervaart twintig minuten fietsen naar Bergen. Hier is Landgoed Het Hof halverwege de 19de eeuw het centrum van de Heerlijkheid Bergen, waar meester Jan Jacobus Henricus van Reenen en jonkvrouw Wilhelmina Jacoba Rendorp van Marquette de scepter zwaaien. Begin 20ste eeuw wordt Bergen bestierd vanuit het vlakbij gelegen Huize Kranenburgh, de burgemeesterswoning van Jacob en Marie van Reenen. Hij heeft de ideeën, zij de middelen, samen stuwen ze hun dorp op in de vaart der volkeren.
Behalve kunstenaars lokt het ondernemende burgemeestersechtpaar ook vermogende Amsterdammers, zoals pandjesbaas Piet Boendermaker, die zich ontpopt tot mecenas van de Bergense School door grote hoeveelheden avantgardistische kunst in te slaan, of tegelhandelaar Arnold Heystee, die de bevriende architect Frits Staal en zijn getalenteerde vrienden een park vol villa’s laat bouwen in Amsterdamse-Schoolstijl. Piet Mondriaan en Gerrit Rietveld komen over de vloer bij Charley Toorop, dichters Adriaan Roland Holst en Herman Gorter slaan een balletje en Jacques Brel geeft het concert van zijn leven in een kunstenaarscafé bij de Ruïnekerk. In Bergen zit kunst in de haarvaten van de samenleving.
Deze fietsroute voert van Alkmaar naar Bergen langs 20 artistieke attracties: van Landgoed Het Hof en Museum Kranenburgh via het postkantoor van Berlage en de woonhuizen van mecenassen tot de koloniehuizen en het Vredeskerkje van Bergen aan Zee. Hieronder een voorproefje; de volledige route vind je in de bijbehorende audiotour.
Landgoed Het Hof
Geen huis in Bergen is zo vaak geschilderd als Huize Hof van Bergen, alias ’t Oude Hof, of Landgoed Het Hof, zoals het nu wordt genoemd. Else Berg, Jan van Herwijnen, Harrie Kuijten, Jelle Troelstra en Arnout Colnot vereeuwigen het 17de-eeuwse bouwwerk in olieverf. Het is dan ook geen knullige cottage, maar een statig landhuis omgeven door slotgrachten, lanen en bijgebouwen in een landschapstuin naar voorbeeld van de Parijse Jardin du Luxembourg.
Het Hof wordt gebouwd rond 1642 als het hart van de heerlijkheid Bergen, die Jan Jacobus Henricus van Reenen in 1851 op een veiling koopt voor 150.000 gulden. Van Reenen trouwt een jonkvrouw, waardoor het grootgrondbezit verder uitdijt. Als Jan Jacobus’ oudste zoon en erfgenaam Jacob op 22-jarige leeftijd trouwt met de vijf jaar oudere gouvernante, Marie Amalie Dorothea Völter, is dat weliswaar een mesalliance, maar uiteindelijk slechts een rimpeling in de hofvijver van het voorname regentengeslacht.
Museum Kranenburgh
Vader Van Reenen bouwt vlakbij Het Hof een nieuw landgoed als huwelijkscadeau voor Jacob en Marie: Huize Cranenburgh. Het jaar erop overlijdt Jan Jacobus en wordt zoon Jacob behalve heer ook burgemeester van Bergen. Dan kan de opmars beginnen, want Jacob en Marie beschikken over een riante heerlijkheid – het omringende Bergerbos van 375 hectare plus maar liefst 1140 hectare duingebied – en daar hebben ze grootste plannen mee.
Het jonge burgemeestersechtpaar ontpopt zich tot voortvarende projectontwikkelaars. Jacob verkoopt percelen aan welgestelde Amsterdammers, die hier hun buitenhuizen bouwen. Marie lokt avantgardistische kunstenaars naar Bergen: rond 1910 vestigen Arnout Colnot en Dirk Filarski zich hier, gevolgd door Leo Gestel, Matthieu Wiegman en Jaap Weijand. Zo ontstaat de Bergense School, die zich kenmerkt door figuratieve stillevens, landschappen en portretten met kubistische invloeden in donkere, gloeiende kleuren. Het is de eerste expressionistische kunststroming van Nederland en het begin van een nieuw tijdperk in de schilderkunst.
Jacob en Marie smeden hun plannen vanuit Huize Kranenburgh. Na de dood van Jacob in 1951 wordt de neoclassicistische villa samen met Het Hof en andere bezittingen verkocht aan de gemeente Bergen. Kranenburgh biedt dan onderdak aan culturele instellingen, kunstenaar Lucebert woont er een jaar en kunstenares Ans Wortel wel twee decennia, tot ergernis van Bergenaren die liever zien dat de villa een publieksfunctie krijgt. En zo geschiedt: kunstenaars Karel Colnot, David Kouwenaar en Kees den Tex stellen voor er een museum voor de Bergense School van te maken. Museum Kranenburgh opent in 1993 en trekt volle zalen. Tot eind november is hier de tentoonstelling De luchten van de Bergense School te zien.
Villa De Vlerken
Goed kijken, want het ligt wat verder van de weg, verscholen achter bomen en bosschages, dit beroemde kunstenaarshuis. Villa De Vlerken wordt ontworpen in 1921 in Amsterdamse-Schoolstijl door Piet Kramer en betaald door kunstschilder Jan Toorop voor zijn dochter Charley. Achter het grote raam op de bovenverdieping produceert zij de kunstwerken die nu te zien zijn in het Rijksmuseum, Stedelijk, Centraal Museum, De Fundatie en Kröller-Müller, waaronder de welbekende zelfportretten met de grote ogen en indringende blik. ’s Avonds wordt er gediscussieerd over de kunsten met huisvrienden als Leo Gestel, Joris Ivens, Piet Mondriaan, Gerrit Rietveld, Adriaan Roland Holst en Carel Willink.
Na de dood van Charley Toorop in 1955 woont zoon Edgar Fernhout, eveneens verdienstelijk kunstschilder, in Villa De Vlerken. Om het huis leefbaarder te maken, laat hij het interieur verbouwen, waarbij meubilair van Berlage en Rietveld op de schroothoop belandt. De weduwe van Edgar, Netje Fernhout, woont er nog altijd. Aan de Buerweg woonden meer kunstenaars: op nummer 4 staat de voormalige atelierwoning van Leo Gestel en op nummer 21 wonen en werken achtereenvolgens Gerrit van Blaaderen, Jaap Sax en Dirk Filarski.