Nieuwsbrief

Romantisch & ruig Rügen

Van zwierige badplaatsen met witte stranden en sprookjespieren tot Hitlers megahotel: de attracties van Duitslands grootste eiland zijn tamelijk divers – maar het is op Rügen in de Oostzee vooral genieten geblazen.

Hij heeft zeezicht, maar wat is het verder een fluthotelkamer. Amper vijf vierkante meter, twee eenpersoonsbedden aan weerszijden tegen de muur, een tafeltje met twee stoelen, een wastafel, een kleedje op de vloer en een peertje aan het plafond. Dat is alles. ’s Werelds grootste hotel staat in Prora aan het mooiste strand van het Duitse eiland Rügen in de Oostzee, is 5 kilometer lang, telt tienduizend kamers – en werd gebouwd door Adolf Hitler. Een voorbijfietsende badgast in zwembroek verbergt zijn verontwaardiging niet: “Wahnsinn ist es, Waaahnsinn!”

Ruim of luxueus waren de hotelkamers die de Führer zijn arische onderdanen toebedeelde allerminst, want in zijn wereld werd zelfs vrije tijd een militaire operatie. De reisorganisatie van het Derde Rijk organiseerde weekendtrips per bus naar Beieren, ontwikkelde voor autovakanties de Volkswagen en drie cruiseschepen voeren uit naar Napels, de Noorse fjorden en Madeira. Kraft durch Freude heette Hitlers reisbureau; gun het volk vakantievertier en het kan weer uitgerust aan de arbeid.

Na bus-, auto- en cruisereizen stortte KdF zich in 1936 op de strandvakantie. Op Rügen zou jaarlijks een half miljoen arbeiders worden getrakteerd op een tiendaagse vakantie van zon, zee, zand, sport en propaganda. Hitler vond het massatoerisme uit, maar in zijn strandresort avant la lettre zou nooit één Duitser vakantievieren – kort voor de opening brak de oorlog uit. Zeven decennia later staat ‘de kolos van Rügen’ er nog. Het mistroostige monument voor de megalomanie van het Derde Rijk is Duitslands grootste gebouw – en een toeristische attractie.

Nice van het Noorden

Hitler koos voor zijn überhotel niet zomaar voor Rügen; hij had een schildersoog voor fraaie locaties. Dit is ’s lands grootste eiland, met witte zandstranden, chique badplaatsen met zwierige zeepieren en een grillige kust van steile krijtrotsen. Kan allemaal zo op een ansicht. Seebad Binz bijvoorbeeld: een boulevard vol vakantievilla’s in Bäderstil, met alle gedecoreerde puntdaken, erkers, balkonnetjes, torentjes en tierelantijnen van dien, en een strand vol kleurige Strandkörber – van die gevlochten overkapte tweepersoonszetels met klaptafeltje, voetenbank en zonnescherm. Een bruingebakken ouder koppel plopt een fles bubbels open, een zoenend jong stelletje laat zien hoe je zo’n strandkorf behalve verticaal ook horizontaal kan benutten.

De sfeer van de belle époque waait hier rond de klokkentoren op de Kurplatz – alsof Albert Einstein, Thomas Mann en de keizer zelve, die hier ooit kwamen kuren in de zilte zeelucht, nooit zijn weggeweest. Het vijfsterrenhotel in het Kurhaus heeft geen balkons; zonnen was toentertijd niet chic. Het uitzicht is er niet minder om: vanuit de torenkamer kijk je zo op de promenade met een buitenpodium voorKurkonzerte. Op zwoele zomeravonden klinkt hier Bach, barok of een bigband, na zonsondergang hoor je louter het gekeuvel in de verte van het over de pier flanerende vakantievolk en de zacht ruisende branding van de Oostzee. Soms zit het geluk in een klein hoekje: tussen de openslaande ramen op de vensterbank bijvoorbeeld, met een gin-tonic uit de minibar.

Sprookjespier

Romantischer dan Binz wordt een badplaats niet snel. Of toch: de trots van Sellin is z’n sprookjesachtige zeepier. Tijdens een barre winter werd de oorspronkelijke pier uit 1905 vermorzeld door kruiend ijs, om pas na de Wende te worden gereconstrueerd, aan de hand van de originele bouwtekeningen. Compleet met een stralend wit houten paviljoen met zwarte puntdaken en torentjes. Daarin huist een restaurant in jaren-20-stijl met een kersenhouten bar, glimmend koper, kroonluchters en met stijf linnen gedekte tafeltjes. Op de kaart staat verse vis uit eigen Oostzee – wel zo passend voor een restaurant boven de golven. Vanaf het terras kijk je over een koel wijntje uit op de houten villa’s tussen het groene helmgras in de duinen. Hiervandaan is het al prachtig, vanaf de overkant is het uitzicht óp de sprookjespier nog mooier.

Even uitpuffen bovenaan de Himmelstreppe; negenennegentig treden telt die ‘hemeltrap’, die leidt van de pier naar de Wilhelmstraße, een lang lint van boetieks, taartjescafés, restaurants en hotels in de mooiste villa’s van het eiland. Haus Arkona, bijvoorbeeld, Bäderstil op z’n best: een hemels wit paleis met dubbele façade, glazen serre en overdekte balkons. Een droomvilla, zou je zelf zo willen wonen.

Broodje uit de viskotter

Sassnitz is niet Mutti’s mooiste. Bij aankomst per veerboot zie je allerlei lelijks: het strandje is een sneue strook grove kiezels, een fatsoenlijke flaneerboulevard ontbreekt en aan de waterkant staan een paar Bäderstil-villa’s te verpauperen. Behalve Hitler heeft ook Honecker zijn stempel op dit prachteiland gedrukt: het nazihotel in Prora is het grootste, maar het Rügenhotel in Sassnitz het hoogste gebouw van het eiland. De betonnen DDR-kolos is de eilanders een doorn in het oog. Schijn bedriegt; kijk verder dan je neus lang is en je ontdekt dat dit voormalige vissersdorp wel degelijk charme heeft.

Rond het dorpspleintje zijn de villa’s met fraaie namen als Seerose en Fernsicht wel opgeknapt. In de haven worden de visbroodjes je zo vanuit de viskotters aangereikt. “Kom ze maar halen,” blèrt een vissersvrouw vanuit haar dobberende kotter, “vééérse maatjes, net gevangen.” En er zijn ook kleinschalige hotelletjes, zoals Waterkant in een fijne tuin bovenop de rotsen met weids zeezicht. Het dorp zelf is echter niet de reden dat iedere bezoeker op Rügen hier een keer terechtkomt. Hier begint waar Rügen beroemd om is: het nationale park Jasmund met z’n kilometerslange grillige krijtrotskust.

Bovenop de krijtrotsen

Met een Duitse kaptein Iglo als gids vaart de viskotter Kalinin langs dieKreidefelsen, de ene na de andere fraaie baai voorbij met smaragdgroen zeewater, grijze kiezelstrandjes en frisgroene sparren bovenop de witte krijtrotsen. De passagiers zijn allen Duits en toch een eclectisch stelletje; van een jong stel met een langharige hond die net nog lekker in zee zwom via een gezinnetje met blonde kindertjes tot een hoogbejaard echtpaar dat zichtbaar moeite heeft met de woelige baren. Zodra de Kalinin aankomt bij het kroonjuweel van de krijtkust zijn ze eensgezind en is het een en al òòòh en áááh. Oma slaat haar hand voor de mond, opa slaat zijn arm om haar heen. “Nah, ist das schööön,” mompelt hij. DeKönigsstuhl, een ruim honderd meter hoge, loodrecht oprijzende krijtrots steekt spierwit af tegen de strakblauwe hemel. Een schilderachtig tafereel, dat dan ook al talloze malen geschilderd is – met als beroemdste variant Krijtrotsen op Rügen uit 1818 van Caspar David Friedrich.

Die romantische schilder bekeek de krijtrotsen van dichtbij en twee eeuwen later kan dat nog; vanuit Sassnitz leidt de Hochuferweg door een bomenbos via uitkijkpunten naar de Königsstuhl. Met stevig doorstappen in drie uur uur te doen, maar wie er een dag voor uittrekt, heeft tijd voor een ommetje naar een theehuis of een picknick op een panoramische prachtplek – bijvoorbeeld op een bankje bij hetViktoria-Sicht, een hoogtevrees opwekkend uitkijkplatformpje, vernoemd naar de Pruisische prinses die hiervandaan met open mond de Königsstuhl bewonderde. De mensen op het 118 meter hoge panoramaplatform aan de overkant lijken net Playmobil-poppetjes.

Stoomtrein naar het Südstrand

Hij proest het uit, de keurige man in zijn ouderwetse wollen pak met geruite pet en wandelstok. Leuk en aardig dat op deze zonnige dag alle raampjes in de wagons openstaan, maar zodra de trein de enige tunnel van het traject inrijdt, waaien de naar kolen geurende wolken van de stoomlocomotief zo naar binnen. De ruim honderd jaar oude Rügensche Bäderbahn boemelt over smalspoor van Binz door het natuurpark Granitz naar het jachtslot van de prins van Putbus. “Zou zo in Disneyland kunnen staan,” zegt de man met de pet bij de eerste aanblik van het roze kasteeltje.

Al wiegend en wiebelend en nooit sneller dan dertig kilometer per uur boemelt deRasender Roland, zoals de stoomtrein beter bekend is, verder naar eindpunt Göhren. Een bekoorlijke badplaats die nu eens niet achter, maar bom bovenop de duinen is gebouwd. Ergo: glooiende slingerpaden met zeezicht, helmgras alom en om de haverklap zand in je slippers. Aan de ene kant ligt het suikerwitteNordstrand, aan de andere het ruige Südstrand. Geen kip te bekennen op dat natuurstrand; twee verdwaalde vissersbootjes en verder kiezels, keien en krijtrotsen. Een in linnen gehuld echtpaar heeft het hier goed bekeken; ze zijn met een parasol, plaid en een fles prosecco neergestreken in een duinpan en hebben het strand zomaar voor zichzelf.

Kom daar eens om in Binz; in het hoogseizoen is daar geen hotelkamer, strandkorf of terrastafeltje te krijgen. Rügen is dan razend druk; de Duitsers zelf weten heel goed dat dit een van Europa’s mooiste eilanden is. En dus krijgt ook Hitlers megahotel, na decennia van leegstand en gesteggel, nu een nieuwe bestemming… als megahotel. In drie blokken komen een jeugdherberg met beachclub, een sporthotel voor jongeren en een spahotel met vijf sterren. De verbouwing is begonnen, kosten ruim 16 miljoen euro, komende zomer moet in ieder geval de jeugdherberg open zijn. Geen twintigduizend maar drieduizend bedden, zeventig jaar later en heel wat luxueuzer dan hij het had bedacht – maar krijgt Hitler toch nog zijn zin. 

Rügen Praktisch
Hoe kom je er?
Rügen is via een brug verbonden met het vasteland. Per trein duurt de reis van Amsterdam via Duisburg, Hamburg of Berlijn naar Binz zo’n 10 uur, enkele reis vanaf € 39. Per auto duurt de rit zo’n acht uur, ca. € 100 op benzine.
Lokaal vervoer
Eigen vervoer is op Rügen niet per se nodig. Binz, Prora en Sassnitz aan de oostkust zijn bereikbaar per trein. Natuurpark Granitz met het jachtslot en de badplaatsen Sellin, Baabe en Göhren in het zuidoosten zijn bereikbaar vanuit Binz per stoomtrein met de Rügensche Bäderbahn. Alle andere plaatsen zijn bereikbaar per bus. De mooiste manier om je te verplaatsen tussen Sassnitz, Binz, Sellin en Göhren is per veerboot. Een boottocht langs de krijtrotskust per viskotter Kalinin duurt twee uur en kost ca. € 12. Meer boottochten en veerverbindingen hier.
Accommodatie
• Sassnitz: Hotel Waterkant is een puik pension in een rozentuin met zitjes, schommelbankje en panoramisch zeezicht. Zestien kamers, de helft met balkon – extra romantisch is het tuinhuis. 2pk va. € 50.
• Binz: Vijfsterrenspahotel Travel Charme in het Kurhaus uit 1908 is de luxueuze keuze, pal aan de promenade en met uitzicht op strand en zeepier – boek een torensuite voor wonderschoon zeezicht. 2pk va. € 164.
• Sellin: Travel Charme heeft hier een spahotel met vier sterren in een nieuwbouw-Kurhaus, bovenaan de ‘hemeltrap’, met uitzicht op de sprookjespier. Balkons met zeezicht. 2pk va. € 98.
Informatie
Duits Verkeersbureau, tel. 020 697 8066.
Lokale VVV’s: in Binz in het Haus des Gastes, in Sassnitz bij het treinstation en in Sellin bij het Kurpark.

Gratis nieuwsbrief
Wil jij mijn reisreportages gratis in je mailbox? Ik stuur je graag eens per kwartaal mijn nieuwsbrief.