Nieuwsbrief

Hotel op stelten

Geen herberg zo gek als die van Basil Fawlty in Fawlty Towers. Toch? Reisjournalist Sander Groen toog naar Torquay en soupeerde in het hotel dat John Cleese inspireerde tot de eeuwig herhaalde BBC-sitcom. Deel 4 in een serie over eten op historische wereldplekken: Hotel Gleneagles.

Dit ís Fawlty Towers, denk ik zodra ik Hotel Gleneagles binnenstap. Niet dat het echte hotel zoveel lijkt op dat van tv, integendeel, maar omdat de receptie één grote puinhoop is. Her en der staan onuitgepakte verhuisdozen, elektriciteitsdraden bungelen uit het plafond dat half geschilderd is, de vloer is van kaal beton en overal slingert rotzooi. In de hoek van het chaotische kantoortje is een oudere dame zo druk in een stapel papieren aan het wroeten dat ze niet bemerkte dat er iemand binnenkwam.

Een balie ontbreekt en de archetypische hotelbel dus ook. Na een paar minuten geduldig wachten schraap ik mijn keel. Dorothy, zoals de dame later blijkt te heten, schikt zo dat ze in haar bureaustoel een sprongetje maakt en een gilletje slaakt. Dorothy is van dezelfde leeftijd die Sybil nu zou hebben. De kennismaking met het hotel dat John Cleese inspireerde tot de kortlopende maar razend succesvolle, eeuwig herhaalde en tot beste comedy ooit verkozen BBC-sitcom kan niet beter:Fawlty Towers ten voeten uit.

In het collectieve geheugen staat gegrift dat Fawlty Towers een van de langstlopende televisieseries ooit is. Het tegendeel is waar: twee reeksen werden er gemaakt, in 1975 en in 1979, van elk zes afleveringen. Slechts een dozijn, dat niettemin al drie decennia wordt grijsgedraaid – afgelopen zomer kwamen ze alle twaalf voorbij bij de KRO, voor de zoveelste keer.

De hilarische beslommeringen van Basil en Sybil Fawlty, hun trouwe maar incapabele werknemers, kamermeisje Polly en Spaanse manus-van-alles Manuel, en de permanente huisgasten, de dames Tibbs en Gatsby en majoor Gowen, herinnert iedereen zich, net als de memorabele quotes, zoals “Don’t mention the war!” in The Germans, of de anagrammen op het naambord onder de begintitels, als Watery Fowels en Flowery Twats. Met zijn combinatie van klunzigheid, arrogantie en botheid staat Basil Fawlty met stip te boek als de slechtste hotelier ooit.

Fawlty Towers bestond echt en de ware Basil Fawlty heette Donald Sinclair. Het idee voor de serie ontstond toen Cleese en de zijnen in 1971 voor opnames voor Monty Python’s Flying Circus, in Torquay waren, in het Zuidwest-Engelse graafschap Devon. Ze verbleven in Hotel Gleneagles en ontmoetten de ‘wonderfully rude’ hoteleigenaar. “Vanaf het moment dat we binnenkwamen,” memoreerde Michael Palin, “beschouwde hij ons als een enorm ongemak.” Sinclair gooide de koffer van Eric Idle uit het raam omdat hij dacht dat er een bom in zat, berispte Terry Gilliam om zijn ‘te Amerikaanse’ tafelmanieren en snauwde Cleese af toen die hem vroeg een taxi te bellen.

Na één nacht verhuisde het Monty Python-team naar vijfsterrenhotel Imperial. Cleese bleef en belde zijn vrouw, Connie Booth, om te zeggen dat ze ook moest komen. Vier jaar later zwaaiden op de BBC de deuren open van Fawlty Towers. De echte Basil en Sybil emigreerden naar Florida en pas decennia na de dood van Donald Sinclair vertelde weduwe Beatrice hoe verbitterd ze was dat haar man was gereduceerd tot risee. “My husband was no Basil Fawlty,” zei ze tegen de Daily Telegraph, “he was a gentleman and a very brave man.”

Op het eerste gezicht is er weinig veranderd sinds Cleese’ verblijf in het Gleneagles. Het hotel komt zelfs compleet met vergelijkbare hoofdrolspelers: behalve Dorothy, de huidige Sybil, is er ook een nieuwe Basil, Trevor. Alice is weliswaar een wulpse variant, maar heeft veel weg van Polly en Manuel komt niet uit Spanje maar Rusland en heet nu Peter.

“Of we een kamer hebben?” Dorothy kijkt me verschrikt aan. “Nee, we zitten helemaal vol. Oh, dan wilt u een hapje eten? Ik weet niet of dat kan, hoor. Moet ik even vragen.” Dorothy pakt de telefoon en tevoorschijn komt Trevor. De nieuwe Basil is gehuld in hemdsmouwen, heeft zweetpareltjes op zijn voorhoofd en rond hem hangt een walm van goedkope aftershave. Hij verontschuldigt zich voor de rommelige receptie en verzekert me dat het restaurant er beter uitziet.

Hotel Gleneagles staat op stelten. Dagelijks rijden er tien sightseeingbussen langs het hotel, dat al dertig jaar is volgeboekt vanwege de tv-connectie. Even lang werd er geen penny aan onderhoud besteed, want de gasten kwamen toch wel. Totdat het zo vervallen was geraakt dat het op de nominatie voor sloop kwam. Na jarenlang getouwtrek besliste de gemeenteraad dat daar niks van in kwam. Het hotel werd verkocht aan een clubje Fawlty Towers-fans met grootse ambities. Maar ze maakten er een potje van en waren binnen een paar maanden failliet.

Begin dit jaar kocht Trevors baas het Gleneagles en hij trekt nu een miljoen pond uit voor een transformatie van afgeragde herberg tot chic boetiekhotel. “We zijn nu voor driekwart klaar,” vertelt Trevor tijdens mijn bezoek in de zomer. “Het nieuwe tafelzilver is er, maar het linnen moet nog komen en de stoelen passen nog niet bij de tafels. Maar het begint vorm te krijgen.” Het moet gezegd: het nieuwe interieurdesign is jolly good. In de lobby staat een aluminium wereldbol hip te wezen, op de vloer ligt mokkakleurig tapijt met chocoladebruine vierkantjes, het nieuwe zwembad waaraan buiten wordt gewerkt ziet er veelbelovend uit en de bar biedt zeezicht. Veel wit, mokka en chocoladebruin, allemaal lekker loungy. Anders dan ik na de aanblik van de receptie verwachtte, maar niks mis mee. Integendeel.

Alleen jammer dat ook de nieuwe chef er nog niet is. Intussen komt dagelijks de lokale traiteur langs in zijn bestelbusje. Ook een menukaart is er nog niet; Trevor vertelt aan tafel wat er voorradig is en stopt dat eigenhandig in de magnetron – dat laatste vertelt hij er niet bij, maar de krabkoekjes staan binnen een minuut op tafel. Ze smaken goed, maar zijn niet krokant en verdrinken in een ondefinieerbaar sausje met vruchtenpitjes. Ook het bladerdeegjasje van de zalm is verlept, hoewel de bijgerechten een half weeshuis kunnen voeden: een halve bloemkool en een heel blik suikermais, beide veel te gaar, en een schaal vol aardappels in de schil die zowaar uit de kookpan komen.

De andere restaurantgasten, voornamelijk veertigers, veel Duitsers, Fransen en Amerikanen en ongetwijfeld allemaal hotelgasten, zijn ook zichtbaar teleurgesteld in het eten. Alice doet intussen Polly na, door flauwe grapjes te maken en steeds de verkeerde borden naar de verkeerde tafel te brengen. Peter blijkt net zo onhandig als Manuel als hij over zijn eigen voeten struikelt. Af en toe rent een aftershave-walm voorbij op weg naar de magnetron. Dorothy zien we niet meer, zij is waarschijnlijk weer verwoed in de weer met haar paperassen.

Na het hoofdgerecht volgt een Babylonische spraakverwarring met een hoog Fawlty Towers-gehalte, als Alice voordraagt welke desserts er voorhanden zijn. Van de laatste begrijp ik niets, zelfs niet als ze het drie keer heeft herhaald: apricot meréééén. In tegenstelling tot Polly blijft Alice de rust zelve. Ze legt geduldig uit wat het is. “It’s like egg yolk, white, with cream, but not smooth, it’s hard on the outside with cream in the middle and apricot on top.” Oh, meringue, zeg dat dan meteen, zou de majoor hebben geroepen.

Trevor, voorheen roomservice-manager bij het Imperial, blijkt ondanks de weerzinwekkende walm een charmante gastheer. Als de grote drukte is geweken, vertelt hij dat hij dolblij is met de Fawlty Towers-connectie. “Natuurlijk, it’s good for business. We zijn net een paar dagen open, de verbouwing is nog niet klaar, we hebben nog geen promotie gedaan en toch zitten we vol. Dit hotel verkoopt zichzelf.” De reacties op het nieuwe, moderne interieur zijn overwegend positief. “Mensen die komen om Fawlty Towers verwachten iets heel anders, maar ze zijn bijna altijd aangenaam verrast.”

Afgelopen september werd de officiële opening verricht door Prunella Scales, Sybil in de serie, en het hotel omgedoopt in ‘Hotel Gleneagles & A Tribute to Fawlty Towers’. Dat eerbetoon beperkt zich overigens tot de receptie, inmiddels keurig opgeknapt en volgehangen met foto’s uit de serie. Eventjes waren er plannen om de oubollige receptie van het televisiehotel nauwgezet na te bouwen. “Dat vonden we toch niet passen achter de moderne voorgevel, dus dat idee hebben we laten varen.” Vertel dat de ware Fawlty-fan maar niet. 

Hotel Gleneagles, 2-pk va. GBP 50, Asheldon Road, Wellswood, Torquay, tel. +44 1803 293637, www.hotel-gleneagles.com.

Gratis nieuwsbrief
Wil jij mijn reisreportages gratis in je mailbox? Ik stuur je graag eens per kwartaal mijn nieuwsbrief.