Nieuwsbrief

Fijn in de Harlekijn

Treinreis van de maand: Het rollende spoorwegmuseum van Italië

De ETR.252 of ‘Arlecchino’ werd ontworpen door Gio Ponti, de godfather van het moderne Italiaanse design

Een spoorwegmuseum is doorgaans stationair, maar in Italië rijden historische treinen het hele land door. Reisjournalist Sander Groen reist per Fiat-boemel over Sicilië en stapt in Ligurië in de ‘Harlekijn’ – met panoramasalons en een espressobar aan boord.

‘Zitplaatsen in de panoramasalon zijn niet gereserveerd,’ zo vermeldt een bordje. ‘De maximale verblijfsduur is 10 minuten, zodat iedereen beurtelings kan plaatsnemen.’ Normaliter is de neus het domein van de machinist, maar de Arlecchino – of Harlekijn – is geen gewone trein. In beide gestroomlijnde koppen bevindt zich een panoramasalon – of belvedere in het Italiaans – voor de gelukkige passagiers die er een draaistoeltje weten te bemachtigen. Het bordje maakt weinig indruk; sommigen blijven wel een uur plakken. Het uitzicht op het spoor door het Ligurische landschap is dan ook aanlokkelijk.

In andere rijtuigen zakken de passagiers achterover in hun verstelbare fluwelen fauteuils in smaragdgroen, goudgeel, scharlakenrood en koningsblauw. De witte antimakassars over de hoofdsteunen zijn voorzien van het jaren-60-logo van de Ferrovie dello Stato (FS), de Italiaanse Staatsspoorwegen. In het barrijtuig prijkt op een wand van spiegelrookglas het kleurige geruite logo van de Arlecchino. Ook hier, in het midden van de trein, is het dringen geblazen. Zwart-wit geüniformeerde kelners voorzien de passagiers van koffie uit een goudgerande espressomachine. Ook sap, bruiswater en banket zijn inbegrepen bij de prijs van het treinkaartje. Het lijkt wel een film van Fellini.

De ETR.252 of ‘Arlecchino’ bij aankomst in Genua
In de panoramasalon van de Arlecchino hebben de passagiers het uitzicht dat normaliter alleen de machinist heeft

De Elettrotreno Rapido 300 werd ontworpen door de godfather van het moderne Italiaanse design, Gio Ponti, met een interieur van Giulio Minoletti, en gebouwd door Ernesto Breda. Vier treinstellen van elk zeven rijtuigen reden vanaf 1952 tussen Milaan, Rome en Napels en kregen als bijnaam Settebello. Een toonbeeld van moderniteit en comfort was die trein, met een topsnelheid van 160 kilometer per uur, louter eerste klasse, airconditioning en bediening op de zitplaats. Ter gelegenheid van de Olympische Zomerspelen van 1960 werden nog drie treinstellen gebouwd, in een verkorte versie van elk vier rijtuigen: de ETR 250, met als bijnaam Arlecchino. Daarvan bleef er één bewaard en die is nu picobello gerestaureerd. Dit is met stip de stijlvolste trein van Italië.

Gestroomlijnd designicoon

De stijlhoofdstad van Itaië is eerder die ochtend een passend vertrekpunt voor dit designicoon. Op de perrons wemelt het van de treinspotters, die lang niet allemaal een kaartje konden bemachtigen; de 148 zitplaatsen waren razendsnel uitverkocht. Volgens goed Italiaans gebruik is er verwarring over het vertrekspoor, wat een slapstickachtig tafereel oplevert van mensen die, met telefoons en camera’s in de aanslag, hijgend de marmeren trappen af en op rennen. Dan rolt hij binnen op spoor 18: Treno Storico 96083, oftewel de Arlecchino, in volle vintage-glorie. De grijze en groene lak en de ramen van de bolle kop weerspiegelen de monumentale perronoverkapping van Milano Centrale.

Het barrijtuig van de Arlecchino beschikt over een goudgerande espressomachine
De door Giulio Minoletti ontworpen fauteuils hebben in elke coupé van de Arlecchino een andere kleur

Nog geen twee uur duurt de rit naar Genua, maar veel passagiers maken er een dagje van; zij hebben ook de terugreis geboekt. De tussenstop van een paar uur wordt benut voor een eveneens inbegrepen excursie naar het Museo dell’Emigrazione, dat het verhaal vertelt van de miljoenen Italianen die in deze havenstad inscheepten voor een nieuw leven in Amerika. Tegen zonsondergang is iedereen terug op het monumentale treinstation Genova Brignole en na vertrek van de trein is het buiten al snel donker. Minder gedrang voor de panoramasalons, des te meer bij de bar.

De Arlecchino is de beroemdste, maar lang niet de enige historische trein die door Italië rijdt. Fondazione FS, de erfgoedstichting van de Italiaanse spoorwegen, beheert 400 stuks rollend materieel, uit bijna elk decennium van de vorige eeuw, variërend van stoomlocomotieven met houten wagons via dieselboemeltjes tot elektrische treinstellen. De helft verkeert in werkende staat – en daarmee wordt ook gereden. Deels rijden de historische treinen mee in de gewone dienstregeling tegen het reguliere tarief, deels zijn het speciale ritten op mooie trajecten, soms rijden ze over eerder opgeheven maar voor de gelegenheid heropende spoorlijnen.

De glanzende lak van de Arlecchino weerspiegelt de perronoverkapping van Milano Centrale
De panoramasalon van de Arlecchino biedt uitzicht op glooiend groen Ligurië tussen Milaan en Genua

Van luxepaard naar werkpaard

Een weekend eerder levert een historische trein van Catania naar Syracuse een andere belevenis op. Het vulkanische landschap van Sicilië, tussen de blauwe zee en de rokende kegel van de Etna, is onvergelijkbaar met het glooiende groene Ligurië. Ook de trein is een andere categorie: geen aerodynamische elektrische luxetrein, maar een blokkendoosachtige dieselboemel van Fiat. De ALn 668 is een werkpaard, dat vanaf 1956 dienstdeed als regionale stoptrein – en op sommmige nevenlijntjes nog steeds rijdt. Ook dit rollende erfgoed is keurig opgeknapt en teruggebracht in de originele kleurstelling: blauw, wit en rood.

Naast de frequente korte pretritjes met historische treinen organiseert de Fondazione FS onder de noemer Treni Turistici Italiani in het zomerseizoen ook langere treinreizen, zoals de Espresso Riviera van Rome naar Marseille, in een vintage nachttrein met restauratierijtuig. Van Rome tot Genua liggen de passagiers op één oor in hun slaapcoupé of couchette, zodat het mooie gedeelte van de reis, langs de Italiaanse Bloemenrivièra en Franse Azuurkust, overdag plaatsvindt. En dan is er nog de andere helft van de vloot van Fondazione FS die niet in rijdende conditie verkeert. Die is te zien in het spoorwegmuseum in Pietrarsa, op een klein halfuur treinen van Napels.

De erfgoedstichting van de Italiaanse spoorwegen restaureerde ook de ALn.668, een door Fiat gebouwde dieseltrein
Ook deze ALn.668 is picobello gerestaureerd en rijdt nu elk weekend door het zuiden van Italië

Op de terugreis met de Arlecchino, van Genua naar Milaan, is het makkelijker om een plekje in de panoramasalon te bemachtigen. De trein doet denken aan het Nederlandse motorrijtuig NS 20 uit 1954, dat ook twee bulten op het dak heeft voor de bestuurderscabines. Die ‘Kameel’ was echter voorbehouden aan de NS-directie en staat nu in het Spoorwegmuseum in Utrecht, terwijl de Arlecchino door Italië rijdt en toegankelijk is voor iedereen met een ticket. Terwijl de trein zoeft door de zwarte nacht vol twinkelende lichtjes, lijkt de panoramasalon met zijn ronde vormen, bolle ramen, sculpturale draaistoeltjes en ovale lichtbak op de cockpit van een ruimteschip. Tien minuten in deze Enterprise-op-rails is inderdaad niet genoeg.

PRAKTISCHE INFORMATIE
Het hele jaar door rijden de historische treinen van Fondazione FS door verschillende Italiaanse regio’s. De ALn 668 boemelt bijvoorbeeld elke zondag als Irpinia Express tussen diverse bestemmingen in het zuiden. De eerstvolgende rit van de Arlecchino is op zondag 16 november van Milaan naar Cremona. Agenda en tickets: fondazionefs.it.

Uitzicht op de Siciliaanse kust tussen Catania en Syracuse vanuit het dieselboemeltje ALn.668
Als de Arlecchino door de zwarte nacht zoeft, heeft de panoramasalon wel wat weg van een ruimteschip

Gratis nieuwsbrief
Wil jij mijn reisreportages gratis in je mailbox? Ik stuur je graag eens per kwartaal mijn nieuwsbrief.