Nieuwsbrief
23 min read

Het complete plaatje van Peter van der Vorst

De wonderboy van de commerciële televisie: alles wat hij aanraakt scoort gouden kijkcijfers

Peter van der Vorst (46) is de wonderboy van de commerciële televisie: alles wat hij aanraakt scoort gouden kijkcijfers. Maar zelf heeft hij een hoger doel: “Als ik dan toch over zulke riante budgetten beschik, dan wil ik ook programma’s maken waar mensen iets aan hebben.”

Peter van der Vorst wordt geboren op 28 oktober 1971 in Breda. Vader Jan is machinebankwerker bij Defensie, moeder Jeannie is huisvrouw. Hij studeert letteren in Utrecht en politicologie in Amsterdam, maar maakt geen van beide af, want hij wordt liever journalist. Tijdens zijn studie maakt hij radio, onder meer voor KRO-jongerenprogramma Popeye en als verslaggever voor homoprogramma HomoNOS. Op zijn 19de solliciteert hij bij Henk Krol en gaat dan aan de slag voor de Gay Krant. Voor dat blad interviewt hij Albert Verlinde, die hem vraagt voor hem te komen werken bij RTL 4-programma Showtime.

Na de overstap naar televisie gaat het hard. Hij presenteert showbizzprogramma’s, volgt het koningshuis op de voet, staat aan de wieg van Boulevard, valt in bij Late Night, bezoekt celebrity’s in Van der Vorst ziet sterren en levert aan de lopende band hulp-tv-programma’s af over arme, eenzame, gepeste, verslaafde, veroordeelde, overspannen, hamsterende en doodzieke mensen. Intussen werkt hij voor Van den Ende, Eyeworks en E.V.A. Media, totdat hij in 2009 voor zichzelf begint. Zes jaar later verkoopt hij zijn productiebedrijf Vorst Media aan Talpa – voor een onbekend bedrag, maar zeker is dat Van der Vorst zijn schaapjes op het droge heeft.

Zijn halve leven lang werkt hij zestien uur per dag, soms verschijnt hij in dezelfde week in vijf verschillende programma’s op de kijkbuis. Sinds hij vader is geworden, probeert hij het rustiger aan te doen. In 2011 verruilt hij zijn appartement in Amsterdam Oud-Zuid voor Abcoude, net over de provinciegrens in Utrecht. Hij koopt een vorstelijke woonboerderij met zes slaapkamers, een zwembad en een ruime tuin. Daar woont Peter van der Vorst samen met echtgenoot Sander (44), zoon Levi (10), katten Phil en Bill en labradorpuppy Molly.

Peter van der Vorst poseert voor een fotoshoot voor Winq door Dario & Misja

Wat is de perfecte openingsvraag?

“‘Hoe gaat het met je?’ Daar begin ikzelf meestal mee. Dat geeft meteen een opening om verder te praten. Zou jij dat nu aan mij vragen, dan was mijn antwoord: mijn beide ouders zijn net overleden, daar ben ik van aan het bijkomen. Het is anderhalf jaar lang ellende geweest. Eerst werd mijn vader ziek, hij had bloedkanker en kreeg een herseninfarct, daarna werd bij mijn moeder uitgezaaide darmkanker geconstateerd. Rond kerst escaleerde dat en snel daarna zijn ze beiden opgenomen in een hospice, want het einde was nabij. Half februari overleden ze, binnen een week na elkaar. Ineens viel alles weg; mijn ouderlijk huis, mijn basis in Breda, mijn jeugd… dat is moeilijk te bevatten. Als je ouders één voor één overlijden is dat ook niet leuk, maar misschien iets makkelijker. Aan de andere kant heeft het ook wel iets moois. En gezien de situatie was het maar goed. Voor ons uiteindelijk ook.”

Ineens was je in je eigen televisieprogramma beland?

“Ik heb veel programma’s gemaakt die met ziekte en dood te maken hebben, ja. Zolang ik leef, over terminale mensen die moeten dealen met hun naderende dood. En Ik zorg voor jou, over overbelaste mantelzorgers. Nou, daar zat ik zelf ook tegenaan. Pas nu alles achter de rug is, merk ik hoe moe ik ben. Ik ben anderhalf jaar aan het mantelzorgen geweest, dat was pittig. Vier of vijf keer per week zat ik in Breda in het ziekenhuis, terwijl intussen mijn gezin en werk ook aandacht vereisten. Ik snap mensen die in zo’n situatie zitten nu beter. Niet dat ik dat programma nu anders zou doen, maar ik zou het meer vanuit mezelf kunnen maken. Wat mij wel hielp, is dat ik door dat programma de weg kende in de zorg en om hulp kon vragen. Ik wist wat er mogelijk was.”

Na de kroning zette je een punt achter het koningshuis. Opluchting?

“Ja, ik was er klaar mee. Had er geen plezier meer in, werd echt chagrijnig als ik het bij Boulevard wéér over dat koningshuis moest hebben. Ik heb het lang gedaan en het is een kleine wereld, dus dan komt er een moment dat je alles wel besproken hebt. Ik ben zó blij dat ik er niet meer achteraan hoef te hobbelen. Ik ben geen Oranjefan, nooit geweest. Als ik mee op reis ging, dan probeerde ik ook de absurde kant te laten zien, met humor. Dat mis ik nu in de royalty-journalistiek, men loopt er braaf achteraan. Op koningsdag hoor ik volwassen radioverslaggevers kirren: ‘Oóóh, de prinsesjes gaan volleyballen!!’ En vervolgens worden alle deelnemers ondervraagd: ‘Hoe vond u het om met de prinsesjes te volleyballen, deden ze het goed?’ Aargh… ik kan daar niet tegen. Kon ik toen ook niet. Dat heeft wel gezeik opgeleverd, met de Rijksvoorlichtingsdienst en met Willem-Alexander, die mij negeerde. Maar ik wilde dat andere geluid laten horen, dat maakte het juist leuk.”

Peter van der Vorst poseert voor een fotoshoot voor Winq door Dario & Misja

Is Jeroen Snel met Blauw bloed de belichaming van hoe het niet moet?

“Jeroen maakt zijn programma voor echte Oranjefans. Voor de oma’s die naar de EO kijken en van de koninklijke familie houden. Die bedient hij prima. Hoe de NOS het doet, dat vind ik kwalijker. Zij maken een neutraal nieuwsprogramma en daarin moeten ze ook kritisch durven zijn. Maar ze zijn heel slijmerig, staan kruipend langs de kant. De monarchie doet het momenteel prima, maar in de royalty-verslaggeving is weinig ontwikkeling. De koning gaat méér met zijn tijd mee dan zijn volgers.”

Jouw rebelse aanpak was voor je collega’s juist de reden om jou te wippen.

“Dat is een onopgehelderd mysterie. Ik heb die club (Vereniging Verslaggevers Koninklijk Huis, red.) in 2002 mede opgezet, samen met Jan Hoedeman van de Volkskrant en nog wat collega’s. Anderhalf jaar lang zat ik bij alle vergaderingen, totdat ik een mailtje kreeg: ‘Je bent niet meer welkom, omdat je bij Boulevard zit. Dat is een roddelprogramma en dat past niet.’ Terwijl Boulevard allang bestond toen die club werd opgericht en er toen niets aan de hand was. De volgende dag gingen zij bij Willem-Alexander en Máxima op bezoek, om te smeken om af en toe eens een off-the-record-gesprek. Zij wisten dat ik in koninklijke kring niet gepruimd werd en dachten waarschijnlijk: ‘Als hij erbij zit, maken we geen schijn van kans.’ Ik werd geofferd. Frits Wester en Erik Mouthaan stapten er toen ook uit en ik kreeg steun van de Nederlandse Vereniging van Journalisten, dus het was niet alleen maar matennaaierij, maar die episode vind ik nog steeds uitermate pijnlijk. Het voelde als een dolksteek in mijn rug.”

Dat rebelse is wel minder geworden; Van der Vorst ziet sterren is best braaf.

“In het begin wilde ik me onderscheiden door heel directe vragen te stellen. Dat paste toen misschien beter bij me, al moest ik het wel forceren. Liep ik daar een beetje brutaal te doen, ook bij filmsterren en zo, werd een paar keer weggestuurd, nou… leuk hoor. Dat voelde niet goed. Toen heb ik de knop omgezet en ben ik rechttoe rechtaan gaan interviewen, vanuit mijn eigen belangstelling. Dat werkt kennelijk, want het programma loopt al veertien seizoenen. Ik heb driehonderd gasten gehad en de kijkcijfers zijn nog steeds goed.”

Peter van der Vorst poseert voor een fotoshoot voor Winq door Dario & Misja

Nog steeds een kijkcijferkanon, terwijl je al lang en ook vaak op tv bent. Hoe kan dat?

“Leuk hè? Er was een tijd dat ik nog veel vaker te zien was. Rond 2004 presenteerde ik soms vijf verschillende programma’s in dezelfde week. Dat is bizar. Het is niet goed voor mezelf en ook niet voor de kijker. Nu letten zowel RTL als ikzelf erop. Het gaat nog wel eens mis, maar dat is dan omdat er iets uitvalt, zodat er geschoven moet worden. Ik doe nu Married at First Sight, Verslaafd!, Boulevard en Van der Vorst ziet sterren, en dat dubbelt eigenlijk nooit. En gelukkig is de kijker me kennelijk nog niet zat.”

Je was net 18 toen je uit de kast kwam. Hoe ging dat?

“Ik wist vanaf mijn 8ste dat ik op jongens viel. Gedurende mijn middelbareschooltijd heb ik daarmee geworsteld. Ik voelde me abnormaal. Om je heen worden homograppen gemaakt en dat maakt het niet makkelijker om ervoor uit te komen dat je ook zo bent. Ik was het toen liever niet geweest. Mijn eerste vriendje, Michael, leerde ik kennen bij Studio Audio, de ziekenomroep in Breda, waar ik sinds mijn 16de werkte. We spraken af dat we het allebei thuis gingen vertellen. Tijdens een potje kaarten vertelde ik het mijn ouders. Ze schrokken, maar zeiden ook de goede dingen, zoals ‘We houden van je’ en ‘Je blijft toch onze zoon’. We zaten midden in de aidscrisis, dus de eerste associatie was toch: ‘Als je homo bent, dan word je ziek en ga je dood’. Vanuit die angst vonden mijn ouders het lastig te accepteren. Totdat ik ze aan Michael voorstelde, toen was het meteen goed. Daarna waren al mijn vriendjes en relaties welkom en waren mijn ouders supertrots. Ik heb het getroffen.”

Toen was het hek van de dam en werd je meteen maar beroepshomo?

“Ik zag een personeelsadvertentie van de Gay Krant en ik hield van schrijven, dus dat leek me wel wat. Ik stuurde een brief, Henk Krol belde al snel en ik ging langs in Best. Henk zag het zitten en ik zou Edwin Bakker, die ziek was, assisteren bij de mediarubriek. Diezelfde avond nam Henk mij mee naar Ermelo, waar Edwin woonde. Dat werd een keiharde confrontatie met aids: ik ontmoette een enthousiaste en strijdvaardige, maar ook uitgemergelde redacteur. Ik nam zijn werk over en later ging ik ook politiek en de jongerenrubriek doen. Ik heb daar veel geleerd, ben er journalistiek volwassen geworden. Henk heeft me alle kansen geboden en overal geïntroduceerd; dankzij hem was ik het jongste lid van Nieuwspoort. Daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor.”

Peter van der Vorst poseert voor een fotoshoot voor Winq door Dario & Misja

Voel je je nog verbonden met de homogemeenschap?

“Met het uitgaansleven niet meer. Ik ging vroeger veel uit, heb alles gezien en gedaan, maar beleef nu meer plezier aan mijn gezinsleven. We hebben veel hetero- én homovrienden, waarmee we thuis eten of uit eten gaan. Ik vind de scene een beetje sneu, met al die gespierde mannen en zo. Dat je hele leven in het teken staat van dat gespierde lijf en daar zelfs pillen voor slikt. Dan denk ik, jongens, er is meer dan dat. Kom je boven een bepaalde leeftijd, tja, dan gaan dingen nou eenmaal hangen. Maar ik heb makkelijk praten, want ik hoef niet meer te scoren, ik heb een leuke man.”

Geen Rapido voor jou. Maar de homogemeenschap is meer dan uitgaan.

“De homo-emancipatiestrijd, ja, daarmee voel ik me wél verbonden. Het wordt er in de wereld niet leuker op. Ik kan niet met Sander en Levi op vakantie naar Rusland, want volgens Poetin bedrijven we dan homopropaganda. Ik kwam wel eens in Istanbul, maar daar zou ik me nu niet meer prettig voelen. Of Amerika, waar Mike Pence nog steeds denkt dat je homo’s kunt genezen en waar Trump transgenders uit het leger verbant. En ook hier in Nederland: in de jaren 80 en 90 was het fantastisch, maar dat is voorbij. Ik wind me op over zo’n Youp van ’t Hek, die vindt dat je ‘poot’ of ‘pisnicht’ gewoon moet kunnen zeggen. Hoe dom kun je zijn? Zet er scheldwoorden als ‘neger’ of bijnamen voor joden voor in de plaats en iedereen staat op zijn achterste benen. Maar ‘flikker’ moet je gewoon kunnen zeggen, daar moeten wij maar tegen kunnen. Daar word ik boos om.”

Over de homofobe mannen van Voetbal Inside was je dan weer mild.

“Zij zijn niet homofoob, dat weet ik, want ik ken ze. Ik heb bij Boulevard en ook persoonlijk aan René van der Gijp geprobeerd uit te leggen dat ze zich moeten realiseren wat hun woorden voor effect kunnen hebben, ook al bedoelen zij het grappig. Mijn collega’s aan de desk lachten dat toen weg, dat vond ik vervelend. En ik werd afgeslacht door alle boze-witte-mannen-volgers van dat programma: ‘En ze doen nooit serieus bij Boulevard en die Van der Vorst is een zeikerd en je kan niks meer zeggen in dit land…’ Zolang er in de wereld nog homo’s opgesloten en vermoord worden en ik in Nederland op straat word nageroepen, vind ik er niks grappigs aan. Dan klim ik op de barricade. Ik heb het erover in Boulevard, op Twitter en in mijn columns. Maar je kan ook niet doorlopend beledigd zijn, want dan neemt niemand je nog serieus. Pick your battles.”

Peter van der Vorst poseert voor een fotoshoot voor Winq door Dario & Misja

Wanneer maak je eens een homohulpprogramma?

“Dat bestaat al. Dat doen Arie Boomsma en zijn opvolgers goed, met Uit de kast, De roze wildernis en nu met Ouders uit de kast. Ooit heb ik samen met Jeroen Kijk in de Vegte het homoprogramma Think Pink gemaakt, daar zaten toen al Uit de kast-achtige elementen in, waarin we jongeren volgden bij hun coming-out. Maar nu… waarom zou ik iets willen maken dat er al is? Ik verwerk het liever in de programma’s die ik al maak. Married at First Sight, dat wordt over de hele wereld gemaakt, maar wij waren de eerste met een homokoppel. Daar wordt niet bijzonder over gedaan, ze trouwen gewoon omdat het kan. Ik heb daar weinig negatieve opmerkingen over gelezen, mensen vonden het alleen maar gaaf.”

De hulp-tv-programma’s die je wel maakt zijn kijkcijferhits. Waarom maak je die?

“Het eerste hulpprogramma was Geen cent te makken in 2004, over mensen met financiële problemen. Dat produceerde ik niet, maar presenteerde ik slechts. Ik vond dat een nuttig programma. Jaren later kwam een collega met het idee voor Gepest! Ik kende zelf mensen die worstelden met hun pestverleden, dus daar sloeg ik meteen op aan. Het is fijn om tv te maken waar mensen iets aan hebben. We produceerden een pilot en programmadirecteur Erland Galjaard was meteen om: ‘Ja, dit gaan we doen’. Dat was revolutionair, want dat soort programma’s waren er bij RTL toen nog niet.”

Nu zijn ze er in overvloed en oogsten ze kritiek. NRC veegde de vloer aan met hulp-tv.

“Dat vond ik een vervelende discussie, want hoewel ik niet werd genoemd, straalde het ook op ons af. Kijk, je hebt hulpprogramma’s die mensen helpen met klussen of hun huis verkopen, maar wat ik maak zijn de meer maatschappelijk geëngageerde programma’s, over pesten, verslaving of mantelzorg. Grote thema’s, waar we allemaal mee te maken krijgen. Daar zit een boodschap achter. Bovendien gaan we keurig met die mensen om. In de casting van de kandidaten gaan we ver, we zoeken veel uit, ook of mensen een psychische stoornis hebben. Als onze experts denken dat het niet goed is en wij er niet voor in kunnen staan, dan komen ze niet op de buis.”

Peter van der Vorst poseert voor een fotoshoot voor Winq door Dario & Misja

En de kandidaten in Mijn leven in puin dan? Stuk voor stuk mensen met een stoornis.

“Daar heb je gelijk in, dat vond ik lastig. Ook dat presenteerde ik alleen en maakte ik niet zelf, maar dat is geen excuus. Voor Mijn huis vol dieren haalden we bij mensen huisdieren weg. Die beschouwden zij als hun kinderen. Dat zijn mensen met een stoornis, waar we vooraf te weinig van wisten, dus nee, dat voelde niet goed. Ik vind het belangrijk dat je bij hulp-tv het hele traject laat zien, zoals het echt gaat, inclusief de dingen die misgaan. Dat was misschien de fout die in het begin bij hulp-tv werd gemaakt: er werd iets bedacht en dat moest in vier dagen klaar zijn. Dat is geen realistisch beeld. Daarom ben ik met dat programma gestopt. In latere seizoenen zijn ze dat gelukkig anders gaan doen.”

Wat is van Verslaafd! het nut? Voor junks bestaan toch afkickklinieken?

“Waar ze niet naartoe gaan. Het zijn niet de verslaafden die bij ons komen, maar hun families. We krijgen honderden aanmeldingen. En die mensen zijn ra-de-loos. Zij zien hun vader, moeder of kind maar doordrinken, -spuiten of -snuiven, en als dat zo doorgaat, dan verliezen ze hun geliefden. Wij hebben de experts en de middelen om die mensen te helpen. Plus de camera als stok achter de deur om de verslaafden zover te krijgen die hulp te accepteren. Vorige week hebben we een gamer van 24 uit huis gehaald. Dat is bijna erger dan een cocaïneverslaving. Die zit zestien uur per dag op zijn kamer, scheldt zijn familie verrot, zorgt niet voor zichzelf, eet niet… Uiteindelijk krijg je orgaanfalen en gaat zo iemand dood. Wij zijn er om de familie te helpen, maar het overgrote deel van de verslaafden is na afloop blij dat we voor hun neus stonden. In alle vroegte.”

Jij helpt er zes per seizoen, maar wat hebben die honderden anderen daaraan?

“Verslaving is een enorm probleem. Alcohol is volledig maatschappelijk geaccepteerd, maar het maakt zoveel kapot. We krijgen vaak de kritiek dat het spectaculair is. Nou, we maken het wel op een manier dat er veel mensen naar kijken. Het mag best spannend zijn, maar we maken het niet spectaculairder dan het is. Wat je ziet is echt. Er zit voorlichting in: onze interventionist legt uit wat de effecten van verslaving zijn, in de kliniek zie je wat een terugval is, we belichten de rol van de familie… Je wilt niet weten hoe vaak ik op straat word aangesproken: ‘Wat fijn, dat programma, dankzij jou is mijn neefje nu ook naar een kliniek gegaan’. Of ik word gebeld door mensen die ook een interventie willen doen. Na elke aflevering stromen de klinieken vol. Mensen hebben er echt wat aan. Geloof me, als er één programma nodig is, dan is het Verslaafd!

Peter van der Vorst poseert voor een fotoshoot voor Winq door Dario & Misja

Word je chagrijnig van die kritiek?

“Soms wel. Dan wordt er geroepen: ‘Maar jij verdient geld over de ruggen van zielige mensen!’ Ja, ik verdien geld met het maken van programma’s, dat is mijn werk. Ik kan ook géén aandacht besteden aan maatschappelijke thema’s. Is dat beter? Die kritiek komt van mensen die geen benul hebben van televisiemaken. Voor zo’n programma committeren we ons een heel jaar aan mensen. Wat er gebeuren gaat is onvoorspelbaar en dat is zowel voor de deelnemers als voor ons spannend. Soms lig ik er letterlijk wakker van, zoals bij Zolang ik leef. Dat ging over mensen van mijn leeftijd die gingen sterven. Dat hakt erin. Het is geen ontspannen manier van programmamaken. Als ik makkelijk zou willen scoren, dan ging ik wel alleen maar spelletjes produceren. Er is veel geld gemoeid met de programma’s die ik maak. Als ik dan toch over zulke budgetten beschik, dan wil ik er ook iets nuttigs mee doen.”

Je hebt Vorst Media verkocht aan Talpa. Waarom werd daar zo geheimzinnig over gedaan?

“Dat was helemaal niet geheimzinnig. Niemand vroeg ernaar en ik heb het niet van de daken geschreeuwd. Waarom zou ik, want er is niet zoveel veranderd. We zijn nu zelfstandig onder de Talpa-groep. Het bedrijf is eigendom van Talpa, dat klopt, maar wij maken onze programma’s zoals we dat voorheen ook deden. John de Mol bepaalt niet wat wij doen. Toen het eenmaal naar buiten kwam en er ineens vragen kwamen, heb ik die gewoon beantwoord. Het was geen geheim.”

Voor jouw bedrijf kreeg je een bedrag met zes nullen. Dat is toch iets om trots op te zijn?

“Daar ben ik ook supertrots op. We hebben er met zijn allen hard voor gewerkt. Maar dat deel ik met mijn omgeving, ik loop er niet mee te koop. We waren al vaker benaderd, ook door Amerikaanse bedrijven, en ik heb drie keer met partijen om tafel gezeten. Maar dan voelde het niet goed of ik hoorde er niks meer van. Toen grapten we tegen elkaar: ‘We gaan pas weer praten als John de Mol belt.’ En die belde. Die 9 miljoen die in Quote stond, trouwens, dat sloeg nergens op. Nee, ik ga je niet vertellen welk bedrag het wel was. We hebben er een mooi huis van kunnen kopen.”

Peter van der Vorst poseert voor een fotoshoot voor Winq door Dario & Misja

Je bent achttien jaar samen met je man Sander. Hoe heb je hem leren kennen?

“Ik zag hem in de kroeg en we raakten in gesprek. Dat was in de Wolkenkrabber in Utrecht, wat nu Café Kalff is. Ik had net vijf jaar met iemand samengewoond en ook hij was op dat moment niet op zoek naar een relatie. En dat werd het toch, haha. We klikken. We hebben veel overeenkomsten, maar er zijn ook genoeg verschillen, zodat het spannend blijft. Sander is volkomen eerlijk en kan ook kritisch zijn op mij. Hij is wars van die hele televisiewereld, wat ik prettig vind. Ik heb zelf ook niet zoveel op met de glamourkant van het vak. Vorig jaar zijn we met zijn drieën naar de première van de musical over Gloria Estefan geweest, omdat ik haar had geïnterviewd, maar dat doen we eigenlijk nooit.”

Met hem ga je oud worden?

“Dat zijn we al aan het doen, haha. We zijn al achttien jaar samen, we hebben een kind, twee katten, een hond, een huis!”

Jullie zoon Levi is nu 10 jaar. Bij wie kwam de kinderwens vandaan?

“Vooral bij mij. Ik wilde altijd al kinderen. Vroeger vond ik dat, net als mijn moeder, hét grote nadeel van mijn homoseksualiteit, dat ik nooit kinderen zou krijgen. En toen kon het ineens wel, via adoptie. Paul de Leeuw heeft daar een grote rol in gespeeld en hij heeft ons ook geholpen. Dat was fijn, want het was een lang proces, we hebben er drieënhalf jaar over gedaan. Nu is het beter geregeld, maar wij waren nog zelfdoeners, zoals dat heette. We moesten zelf een adoptiebureau vinden, zelf daarheen en contacten leggen, alles zelf uitzoeken. Het stoort mij dat het vaak christelijke clubjes zijn die dat regelen, vanuit de kerkelijke gedachte, want die hebben niet zoveel op met homo’s. Het gaat ook best amateuristisch, met vrijwilligers. En heterostellen hebben meer keuze, terwijl wij alleen in Amerika terecht konden. Maar goed, het is gelukt. We hebben een kind.”

Komt er nog gezinsuitbreiding?

“Nee, het is goed zo. Het plaatje is compleet.”

Peter van der Vorst poseert voor een fotoshoot voor Winq door Dario & Misja

Je was een workaholic, maar wilde het rustiger aan gaan doen. Lukt dat?

“Dat lukt best goed. Afgelopen jaar werd ik ertoe gedwongen, vanwege de ziekte van mijn ouders heb ik veel werk laten vallen. Tegenwoordig probeer ik sowieso de weekenden thuis te zijn en meestal lukt dat ook. Ik werk nu vijftig tot zestig uur per week en dat is nog steeds veel, maar véél minder dan ik deed. Volgende week heb ik de hele week vrij, omdat mijn zoon vakantie heeft. Ik plan dat nu gewoon in en kies veel vaker voor mezelf en mijn gezin.”

Een gelukkig gezin, eigen huis, geld genoeg… mooi moment om te gaan rentenieren?

“Nee man, doe normaal, haha. Wat moet ik dan gaan doen, uitrusten? Ik heb een bedrijf te runnen, daar werken mensen en die moeten hun brood verdienen. Maar ik hou ook gewoon van mijn werk. Het is geweldig om programma’s te bedenken en te maken. Ik heb echt de allerleukste baan die er bestaat.”

Wat kunnen we binnenkort aan programma’s van je verwachten?

Van Verslaafd! maken we nu een nieuwe serie, Married at First Sight is net klaar en daar komt ook een nieuw seizoen van, er komen programma’s met Gordon en Wendy van Dijk aan, we hebben net een gezondheidstest gemaakt. En er komt een nieuw programma, maar daar kan ik nog niks over zeggen. Afgelopen weekend was daar ineens ophef over. De Mediacourant kopte: ‘Peter van der Vorst komt met de grote PVV-show’. Totale onzin. Het wordt een programma over vooroordelen en discriminatie. Daar kan het homothema dus ook weer in voorkomen.

We zijn voorlopig nog niet van Peter van der Vorst af?

“Nee hoor, ik blijf op de barricades staan!”

Gratis nieuwsbrief
Wil jij mijn reisreportages gratis in je mailbox? Ik stuur je graag eens per kwartaal mijn nieuwsbrief.