Altijd al willen wandelen over water? Het Meer van Galilea is dé plek om het te proberen. Sander Groen rijdt per huurauto een prachtroute door het Beloofde Land, van natuurwonder en bedevaartsoord tot metropool en werelderfgoed.
JERUZALEM
In de rij voor Jezus
Dranghekken in de kerk? In Jeruzalem is het de gewoonste zaak van de wereld – zie anders maar eens die drommen pelgrims en toeristen in goede banen te leiden. Jeruzalem is de heilige stad van drie wereldreligies; moslims bidden op de Tempelberg en joden bij de Klaagmuur, en voor christenen is het graf van Jezus in de Heilig-Grafkerk dé trekpleister. Onder een hemelse lichtbundel wacht men in dikke drommen op een glimp van het graf. Evangelische wilskracht is gewenst – de wachttijd bedraagt al snel drie uur. Maar rust Onze Lieve Heer hier eigenlijk wel? Nee, natuurlijk, want hij voer ten hemel.
De Heilig-Grafkerk is het eindpunt van de Via Dolorosa, de kruisweg waarlangs Christus zijn noodlot tegemoet strompelde. Hier werd Jezus van zijn kleren beroofd en aan het kruis genageld, om te sterven, in het graf te worden gelegd en weer op te staan. Sinds de 4e eeuw, toen de vondst van drie kruisen duidelijk maakte dat de kruisiging hier moest hebben plaatsgehad, wordt er om dit gewijde stuk grond gesoebat.
De huidige 12e-eeuwse kerk is een collectie van kapellen, elk beheerd door een andere christelijke stroming. Tussen de rooms-katholieken, Grieks-orthodoxen, Koptisch-orthodoxen, Armeniërs, Ethiopiërs en Syriërs botert het al eeuwen niet – om te voorkomen dat ze elkaar buitensluiten, is de sleutel van de Heilig-Grafkerk toevertrouwd aan een islamitische familie. Christenen kunnen hier beter door één deur met moslims dan met elkaar.
TIP: Zowel in het Oude als Nieuwe Testament zijn de verwijzingen naar de Olijfberg legio, maar je komt hier toch vooral voor het spectaculaire uitzicht op de heilige stad van drie wereldreligies. De mooiste foto’s maak je ’s morgens vroeg.
DODE ZEE
Drijven op ’s werelds zoutste zee
“Géén bommetje!” Voor de 25-jarige Joerie was het een passend advies geweest. Met een Nederlandse jongerenorganisatie reist hij door het Beloofde Land, met tekst en uitleg bij elke tussenstop. Alleen bij de Dode Zee lette hij even niet op. Op het strand van Ein Gedi neemt hij een aanloop, om in volle vaart in ’s werelds zoutste zee te plonzen. Gevolg: Joerie schreeuwt het uit met brandende ogen, zere keel en stokkende adem. Alsof er een busje pepperspray in zijn gezicht is leeggespoten.
Drijven in de Dode Zee doe je behoedzaam. Zwemmen is er niet bij, want elke onverhoedse beweging bezorgt je medebadgasten een groot ongerief. Slippers of waterschoenen aan, want de zeebodem bestaat uit stekelige klompen zeezout. Wandel de zee in tot je knieën en ga rustig zitten in het water dat aanvoelt als warme olijfolie – voordat je bips de bodem raakt, wordt je lichaam vanzelf omhoog geduwd. En voilà: je dobbert op de Dode Zee. Plots maakt alle voorzichtige inspanning plaats voor ongeremde ontspanning.
Hartstikke heilzaam, dat dobberen op de Dode Zee, want eenderde (!) van het water bestaat uit zout en mineralen allerlei, die je huid zuiveren en korte metten maken met ongemakken als eczeem en psoriasis. Maar bovenal is deze natuurlijke topattractie een unieke ervaring – letterlijk, want nergens op aarde is de zee zouter dan de Dode Zee – die je een leven lang bij blijft.
TIP: Kiezen is het credo. Ein Bokek is een dorp van kuurhotels en fastfoodzaken dat van de betonpolitie subiet mag worden opgeblazen, en Ein Gedi is van alles té: toeristisch, groot, druk en duur. Kortom: kies voor het stille Kalia.
MASSADA
Herodes’ heroïsche fort
Rare jongens, die Romeinen. Bouwen ze met bloed, zweet en slaven een van ’s werelds hoogste forten, staat het toch gewoon op zeeniveau. Dat zit zo. Dit is de laagste plek op aarde: de Dode Zee ligt 416 meter onder N.A.P. Ruim vierhonderd meter daarboven balanceert het fort op een ruig rood rotsplateau in de woestijn – precies op nul meter dus en toch ontzettend ongeschikt voor mensen met hoogtevrees.
Geheel in de stijl van de Romeinsgezinde joodse ‘bouwkoning’ Herodes de Grote was de bouw van het fort een megalomane onderneming. De comfortabele Zwitserse kabelbaan waarmee toeristen nu in drie minuten naar boven worden gezwiept, was er nog niet en dus werden de tonnen bouwmaterialen voor caponnières, kantelen en kazematten door zwoegende slaven naar boven gesjouwd. De koning liet ook twee luxueuze paleizen optrekken, compleet met zwembaden en panoramaterrassen. Was de klus eindelijk geklaard, stierf Herodes een natuurlijke dood. Alles voor niks.
Tijdens de Grote Joodse Opstand tegen de Romeinen werd Massada een toevluchtsoord voor zeloten. Jarenlang waren die joodse rebellen hier veilig, totdat de Romeinen een reusachtige aarden wal aanlegden en het fort bestormden. De bijna duizend zeloten weigerden zich over te geven en pleegden massaal zelfmoord. In Israël geldt dat nu nog als een grootse joodse heldendaad. Het heroïsche verhaal werd talloze malen verfilmd – de dvd’s gaan ter plekke als warme broodjes over de toonbank.
TIP: Een verplicht nummer, dit op de Werelderfgoedlijst genoteerde fort. Overdag is de hitte hels, dus vertrek nog voordat de kabelbaan opengaat. Klauter via het ‘slangenpad’ naar boven en je wordt beloond met een onvergetelijke zonsopkomst boven Jordanië en de Dode Zee.
MEER VAN GALILEA
Wandelen over water
Schoenen uit, zwarte kousen ook, broekspijpen opgerold; de voorzorgsmaatregelen verraden dat hij er zelf weinig vertrouwen in heeft. Maar hoop doet leven en dus waagt de christelijke Amerikaanse pelgrim een poging. Vanaf een kiezelstrandje wandelt hij het water op, nee, ín – plons-plons-plons. Missie mislukt. Helaas, gewone stervelingen kunnen niet over water lopen, zelfs niet op het Meer van Galilea.
Jezus deed het pakweg twee millennia geleden wél en schreef er een bestseller over. Samen met de helft van zijn apostelen bracht Jezus een belangrijk deel van zijn leven door in Kafarnaüm, en aan en op het meer verichtte hij het ene na het andere wonder: hij wandelde over water, bracht een storm tot bedaren en vermenigvuldigde vijf broden en twee vissen tot een feestmaal voor vijfduizend man. En op een heuvel met mooi meerzicht brak hij met zijn beroemdste boodschap, de Bergrede, door bij het grote publiek.
Elke stap die Jezus ooit zette is nu een topattractie: de ruïnes van Kafarnaüm worden vermarkt als ‘The Town of Jesus‘ compleet met souvenirwinkel, op de plek van het feestmaal staat de Kerk van de Vermenigvuldiging van de Broden en Vissen, en op de panoramische heuvel van de Bergrede verrees de achthoekige katholieke Kerk der Zaligsprekingen. Leuk, zo’n rondje rond het Meer van Galilea in de voetstappen van Jezus. Alleen dat wandelen over water, tja, zet dát nou maar uit je hoofd.
TIP: Vanaf het terras van de Kerk der Zaligsprekingen is het uitzicht op het Meer van Galilea betoverend. Gelukkig staan er picknickbanken en is er een barretje met koude biertjes en koele wijntjes. Puike plek om te blijven plakken.
HAIFA
Op bezoek bij de Bahá’i
Honderd tuinmannen zijn dagelijks in de weer om de grassprietjes op gelijke lengte te houden, de fleurige bloemen bij te voederen, de grintpaden aan te harken en de buxusboompjes in bolletjes te snoeien. Bij ons is Haifa bekend vanwege de huisvlijtraketten die de Libanese Hezbollah er in 2006 heen stuurde, maar in Israël is de havenstad beroemd om de nieuwste notering op de Werelderfgoedlijst: de weelderige tempeltuin van de Bahá’i.
De Baha-wíe? Deze wereldreligie met zo’n zes miljoen aanhangers werd halverwege de 19e eeuw gesticht door ene Bahá’u’lláh, die claimde dat hij de messias was en dat alle profeten uit de geschiedenis, van Jezus tot Mohammed en van Krishna tot Boeddha, de liefde predikten. Bahá’u’lláh pleitte voor eenheid en gelijkheid van allen, maar in zijn thuisland Perzië werd dat niet op prijs gesteld. Via Bagdad, Constantinopel en Adrianopel werd hij verbannen naar Akko in Palestina, waar hij overleed in 1892.
Voor zijn dood besloot Bahá’u’lláh dat zijn in Perzië overleden voorganger, de Bab, herbegraven moest worden op de Karmelberg in Haifa. Daar houdt het Bahá’i-geloof nu hoofdkwartier. Iedere Bahá’i wordt geacht eens in zijn leven op pelgrimstocht naar Haifa te gaan en door de heilige tuin de 1400 treden naar de tempel te beklimmen. Toeristen doen die wandeling liever van boven naar beneden, bij een wonderschoon uitzicht op de keurig gemanicuurde tuin, de omringende stad en de azuurblauwe Middellandse Zee.
TIP: De hulpvaardige lokale bevolking wijst je graag de weg naar ’s lands allerlekkerste humus. Volgens velen is die kikkererwtenpuree het best in Akko, volgens sommigen in Jaffa en anderen zweren bij de humus van Haifa. Waar dan ook: het is een opperbeste turbolunch.
CAESAREA
Herodes’ heroïsche hoofdstad
Daar is ie weer: Herodes de Grote, de joodse Romein die, voordat hij zich terugtrok in het fort van Massada, een spoor van megalomane bouwwerken trok door Judea, zijn koninkrijk binnen het Romeinse Rijk. Onder Herodes’ heerschappij ging de Tempelberg op de schop en verrezen glansrijke paleizen in Herodion, Jeruzalem en Jericho. Maar nergens pakte Herodes zo groots uit als met Caesarea, halfweg Haifa en Tel Aviv.
Het door de Feniciërs gestichte gehucht aan de Middellandse Zee werd in tien jaar tijd uitgebouwd tot een Romeinse modelstad, compleet met een haven met ligplekken voor wel driehonderd galeien, een markt, theater, hippodroom, tempels en voor zichzelf een decadent zomerpaleis op een schiereiland in de Middellandse Zee. Vooral dankzij de vernuftige zoetwatervoorziening en enorme haven was de stad destijds een waar wereldwonder. Caesarea werd de tweede stad van Judea, de nieuwe hoofdstad en behalve van Herodes ook de residentie van de Romeinse bobo’s Antonius Felix en Pontius Pilatus.
Na de val van het Romeinse Rijk kwamen de Arabieren, kruisvaarders en Ottomanen langs, maar ten tijde van de Britten was Herodes’ Caesarea allang vergeten. Pas in de jaren 70 van de vorige eeuw werd de eerste opgraving gedaan en nu is het fijn dwalen tussen de herkenbare ruïnes van al die Romeinse bouwwerken. Een multimediaal museum verhaalt de heroïsche historie van Caesarea en onderwater zijn langs de restanten van de Romeinse haven bewegwijzerde duikroutes uitgestippeld.
TIP: Hou je badlaken en zwembroek onder handbereik, want langs de weg van Haifa naar Tel Aviv ligt een honderd kilometer lang goudgeel zandstrand. Voor tussenstop Caesarea volstaat een halve dag, dus tijd genoeg om en route te zwemmen en zonnen.
TEL AVIV
Hoofdstad van het hedonisme
Voor alles wat God gelast gaan ze naar Jeruzalem, voor alles wat God verboden heeft trekt men naar Tel Aviv. Wel zo overzichtelijk. Is in de religieuze hoofdstad Jeruzalem de spanning te snijden, in de hedonistische hoofdstad Tel Aviv is er van enige spanning geen sprake. Niks geen pijpenkrullen en pelgrimskerken, maar relaxte caféterrassen, gelikte cocktailbars en wilde nachtclubs. Hier draait het maar om één ding: lol trappen alsof je leven ervan afhangt.
Niet zo gek lang geleden wás dat ook nog zo – een avondje stappen kon in Tel Aviv zomaar je laatste zijn. Zelfmoordaanslagen waren schering en inslag – hier en daar post nog een bewapende bewaker bij een terras of restaurant, maar de laatste aanslag is alweer lang geleden en volgens veel inwoners blijft het voorlopig rustig. De mensen zijn open en vriendelijk, de sfeer is ontspannen en vrolijk – Tel Aviv is zo’n stad waar je je meteen thuis (en veilig) voelt.
Een dagje Tel Aviv ziet er zo uit: ontbijten op een terras in de oude wijk Neve Tzedek, shoppen bij de hippe boetieks in de Sheinken-straat, lunchen met verse vis en zeezicht en struinen over de vlooienmarkt in het pittoreske Arabische dorp Jaffa, zonnebakken op het kilometerslange stadsstrand, en dan dineren en stappen in de tot hippe uitgaansbuurt getransformeerde Oude Haven. Even geen heisa, maar lekker levensgenieten, dat gaat nergens beter dan in Tel Aviv. Life’s a beach.
TIP: Architectuurfans halen hun hart op: in Tel Aviv staat ’s werelds grootste collectie van Bauhaus-gebouwen – vierduizend liefst, samen genoteerd op Unesco’s Werelderfgoedlijst. Pik bij het Bauhaus-centrum (www.bauhaus-center.com) de audiogids op voor een anderhalf uur durende Bauhaus-wandeling.