Om de week bezoekt reisjournalist Sander Groen voor de Volkskrant een onvermoede bestemming in Nederland of net over de grens. Aflevering 1: de comeback van de Kolenkit
“Toen voor het eerst mensen met rolkoffers door de straat liepen, hingen de bewoners over hun balkonnetjes. Dat was in deze buurt een hele belevenis.” Nandine van Karnebeek is curator van het culturele programma van WOW Amsterdam, een alto-hippe kruisbestuiving van hostel en broedplaats in een voormalig schoolgebouw, met bijna vierhonderd bedden voor toeristen en vijftig studio’s voor kunstenaars. WOW Amsterdam is geen buurthuis, benadrukt Nandine, maar wel een sociale onderneming: in het hostel werken buurtbewoners, er zijn workshops voor schoolkinderen, in het restaurant worden statushouders opgeleid en een aantal kamers is gereserveerd voor de opvang van daklozen.
Flashback naar 2007: minister Ella Vogelaar van Wonen en Wijken presenteert een lijst van veertig probleemwijken, die zijzelf liever ‘prachtwijken’ noemt. Eén is er het allerslechtst aan toe: de Kolenkitbuurt, ingeklemd tussen Ringweg en Ringspoor in Amsterdam-West, kampt met armoede, werkloosheid, schoolverzuim, hangjongeren, criminaliteit en verloedering. Slecht nieuws, maar met een zilveren randje: rijk, gemeente, stadsdeel, woningcorporaties en maatschappelijke organisaties komen in actie. Er worden portiekflats uit de tijd van de wederopbouw gesloopt of gerenoveerd, leegstaande panden verbouwd tot broedplaats, galerie of buurtrestaurant, en nieuwbouwprojecten uit de grond gestampt.
De Fashion Week is net begonnen als ik WOW binnenstap. In een glazen kas in de binnentuin scholen hipsters samen met een blikje bier of glaasje wijn in de hand voor het evenement This is not a fashion show, met presentaties van vier jonge modeontwerpers. Ze studeerden af aan het Sandberg Instituut en wonen en werken nu in WOW in hun eigen studio. Zo maakt Timna Weber modulaire mode die per seizoen aangepast kan worden en ontwerpt Amber Jae Slooten kleding waar geen naald en draad aan te pas komt, maar die alleen bestaat in de virtuele wereld. Er is sinds de stipnotering als slechtste wijk van Nederland veel veranderd in de Kolenkitbuurt.
De buurt dankt zijn naam aan de modernistische Opstandingskerk uit 1956 van architect Marius Duintjer, die vanwege de markante klokkentoren in de volksmond al snel de Kolenkit ging heten. Dit is nog lang geen toeristische hotspot à la De Pijp, de 9 Straatjes of Noord. Toch kan de zelfredzame bezoeker zich in en om de Kolenkitbuurt wel een weekendje vermaken: wandelen langs kunstwerken van Leonard van Munster, een excursie door de Westelijke Tuinsteden met een cultuurwetenschapper als gids, een expositie bekijken in WOW, een pizza eten bij Wilde Westen, en uitgaan tot het ochtendgloren in de nachtclub met 24-uurs-vergunning van De School.
In de afgelopen tien jaar is veel gedaan aan het verbeteren van de leefbaarheid, bijvoorbeeld via een gemeenschappelijk logeerhuis, een dito moestuin en andere creatieve en sociale initiatieven van kunstenaarscollectief Cascoland. Aan het wijkvernieuwingsproject wordt de laatste hand gelegd: veel is al klaar, al zorgde de financiële crisis voor vertraging. Overal wordt nog gezaagd, getimmerd, geboord, gestort, gebroken en gebouwd. Volgend jaar moeten de hijskranen, cementmolens en steigers weg zijn. En dan is de Kolenkitbuurt pas écht een prachtwijk.