Nieuwsbrief

Prachtig Panama

Costa Rica geniet wereldfaam als ecobestemming en in Colombia is het prachtig maar niet pluis. Daartussen ligt een vergeten land met meer moois dan beide buurlanden bij elkaar. Van tropisch regenwoud en bedreigde beestjes tot bountystranden en authentieke indianen, hier is de hotste bestemming van 2008: Panama.

Zeg Panama en ‘kanaal’ volgt onmiddellijk. Die indrukwekkende waterweg van de Atlantische Oceaan naar de Stille Zuidzee bespaart oceaanstomers en cruiseschepen een omweg van twee maanden en is daarmee ’s werelds meest magnifieke afsnijroute. Aan weerszijden ervan ligt een heel land dat nog nauwelijks is ontdekt en toch meer moois te bieden heeft dan welk Latijns-Amerikaans land ook.

Buurland Costa Rica geniet wereldfaam als ecoparadijs, maar de natuur van Panama is nóg spectaculairder. Veertien beschermde natuurreservaten zijn er, waaronder het Nationaal Park Darién in het afgelegen oosten, genoteerd op de Unesco-Werelderfgoedlijst en door natuurbeschermers beschouwd als het belangwekkendste regenwoud van de Amerika’s na de Amazone. Deze jungle is zó ondoordringbaar dat de Pan-American Highway van Alaska naar Argentinië hier abrupt is onderbroken.

Ook op het andere buurland, Colombia, heeft Panama een streepje voor: hier zijn alle windstreken van het land wél veilig te bezoeken. Zoals de overgebleven inheemse volksstammen; de Emberá- en Wounaan-indianen in de jungle in het oosten, langs de Caribische kust de Kuna’s en in de bergen in het westen de Ngöbe-Buglé, elk met hun eigen taal en cultuur. Niet lang geleden werd toeristen nog afgeraden om ze op te zoeken, want die oorspronkelijke inwoners van Panama zijn maar arm en raar, vond men, maar inmiddels is het besef doorgedrongen dat, naast de natuur, de zeven indianenstammen dé topattractie van Panama zijn.

Manhattan aan de Stille Oceaan

De eerste kennismaking met Panama is Panama-Stad. Vanuit het vliegtuig is te zien hoe twee vastgoedmagnaten met elkaar wedijveren om de hoofdstad in rap tempo te transformeren tot een Manhattan aan de Stille Oceaan. In het afgelopen decennium werden dertig wolkenkrabbers uit de grond gestampt, momenteel zijn er 175 (!) in aanbouw. Alle geld en energie zouden beter besteed zijn aan het oplappen van de bestaande stadswijken, want Panama-Stad is chaotisch, lawaaiig, vies en onveilig. Als toerist heb je hier weinig te zoeken, behalve misschien uitgaan, want dit is de énige grote stad van het land, of winkelen in de naar Amerikaans voorbeeld opgetrokken mega-shopping malls – dankzij de lage dollar voel je je als Europeaan meteen miljonair.

Vooruit, behalve shoppen en stappen zijn er nog twee aantrekkelijke stukjes Panama-Stad, samen ook genoteerd op de Werelderfgoedlijst. Casco Viejo is de gefortificeerde oude stad op een parmantig schiereiland. Havana in het klein; mondjesmaat worden de koloniale huizen opgeknapt, zoals aan het mooie Plaza Francia met de Franse ambassade, een zwierige opera, souvenirstalletjes en een schaafijsverkoper, maar complete straten liggen nog in puin. ’s Avonds is het hier niet pluis, en ook overdag is het avontuurlijk, want hier kom je alleen via Santa Ana, de gevaarlijkste wijk van Panama-Stad.

Een kilometer of vijf oostwaarts ligt Panama Viejo, het ‘oude Panama’: hier stichtte de Spaanse conquistador Pedro Arias de Ávila in 1519 de allereerste nederzetting aan de Stille Oceaan. Anderhalve eeuw lang was dit het machts- en handelscentrum van de Nieuwe Wereld, totdat piraten de stad in puin legden. De ruïnes liggen nu goeddeels begraven onder een sloppenwijk, wel is de matig gerestaureerde kathedraal te bewonderen plus de restanten van het stadhuis, de slavenmarkt en een kluitje kerken, kloosters en kapelletjes.

En dan de paden op, Panama in. Want rond de stad, in de gelijknamige provincie, valt nog veel meer te beleven. Het Panamakanaal is een verplicht nummer, dat op verschillende manieren te bezoeken is. Over water is de mooiste methode, want zélf dat wereldberoemde kanaal over is een indrukwekkende ervaring. Of neem voor een paar dollar een taxi naar de Miraflores-sluizen, plof neer op het zonneterras en zie hoe de vrachtschepen en cruiseboten met slechts centimeters speling door de sluizen kruipen. Derde optie is de Panama Canal Railway, een historische spoorlijn die nieuw leven is ingeblazen en eenmaal daags langs het kanaal en door het regenwoud rijdt van Panama naar Colón en retour.

’s Werelds toegankelijkste regenwoud

Panama-Stad is dan wel een jungle van beton, maar rij de stad uit en plots is het een en al natuur: bossen en bergen, rivieren en watervallen en tropische regenwouden en nevelwouden. Ver hoef je niet: op een halfuur rijden ligt op de oevers van de machtige Río Chagres het Nationaal Park Soberanía. De statistieken doen natuurliefhebbers likkebaarden: hier leven honderd soorten zoogdieren, tachtig soorten reptielen en ruim vijfhonderd vogelsoorten – van toekans met topzware snavels tot felgekleurde miervogels en van muisstille luiaards tot rumoerige brulapen.

Soberanía staat bekend als ’s werelds meest toegankelijke regenwoud – mede dankzij het Gamboa Rainforest Resort, lekker luxueus met vijf sterren, comfortabele kamers en suites, een keurig gemanicuurde tropische tuin met enorm zwembad, plus een spa voor een facial, scrub of massage – ideaal om bij uit te blazen na een inspannende gegidste wandeling door het regenwoud. In de lobby zijn de panoramaramen tien meter hoog, voor een adembenemd uitzicht op de rivier en jungle.

Ook al wentelt je je hier in luxe, je bent en blijft midden in de natuur. Boottochtjes voeren over het kanaal en de rivier langs talloze eilandjes met mangrovebomen en slingerapen, in de hoteltuin zijn zeldzame orchideeën, giftige slangen en fleurige vlinders te bewonderen en met een beetje geluk zie je in de rivier een bedreigde schildpad of slaperige krokodil zwemmen. Bijzonder is de kabelbaan die ruim een kilometer lang door het bladerdak van het regenwoud slingert.

Dolfijnen, potvissen en orka’s

Panama meet nauwelijks tweeënhalf keer Nederland, maar door alle bergen en jungle duurt het eeuwen om ergens te komen. Wil je eens verder weg dan de provincie Panama, dan kom je vanzelf uit op het lokale vliegveld. Vanaf Aeropuerto Albrook vertrekken goedkope en frequente lokale vluchten naar de meest paradijselijke plekjes van Panama.

De propellervliegtuigjes zien er lang niet altijd betrouwbaar uit, maar brengen je in een kwartier naar de Islas Las Perlas, een archipel van ruim tweehonderd eilanden in de Stille Oceaan, die stuk voor stuk zo op de cover van een glossy reisblad kunnen. Hier viert de Panamese jetset vakantie. Het populairste eiland, Contadora, telt een dozijn bountystranden, stuk voor stuk in een beschutte baai en voorzien van suikerwit zand en wuivende palmbomen, plus handwarm turquoise zeewater vol fleurige tropische vissen en bedreigde schildpadden.

Iets verder weg ligt het Parque Nacional Coíba, nog zo’n droomarchipel bomvol bounty-eilandjes, alweer goed voor een notering op de Werelderfgoedlijst én in de top-10 van ’s werelds mooiste duikplekken. Rond het op-één-na-grootste koraalrif van de Stille Oceaan spartelen álle bedreigde soorten zeeschildpadden, plus krokodillen, spitssnuit- en tuimeldolfijnen, bultruggen, potvissen en orka’s. Kom daar in Costa Rica ’es om.

Panamees party-paradijs

Richting de grens met Costa Rica wordt het minder rustiek. Daar dobbert Bocas del Toro in de Caribische Zee, een kluitje van zes eilandjes dat bekend staat als het Ibiza van Panama. Bocas Town, het hoofdstadje met houten huizen die op palen boven de zee zijn gebouwd, is overdag een slaperig dorp waar wat hippies en surfjongens op hun slippertjes rondsjokken met glazige blikken. Waarom blijkt ’s avonds: Bocas is een partyparadijs van jewelste, zij het op z’n typisch Caribisch. Restaurants en bars zijn open tot laat, daarna wordt in clubs aan de waterkant gedanst boven de Caribische Zee, rond een verlicht scheepswrak of gewoon onder de sterrenhemel.

Ook hier is de natuur in volle glorie present. De eilandjes liggen midden in een beschermd zeereservaat dat kan worden verkend per watertaxi of dagtocht: naar de mooiste plekjes om te zwemmen, zonnebakken, snorkelen en smullen van een vers visje op een terras op palen in de Caribische Zee, die hier glashelder lichtgroen is. Bocas del Toro is het meest toeristische stukje van Panama, maar ook heel relaxed en de archipel is groot genoeg voor iedereen – er is altijd nog wel ergens een stil bountystrandje te vinden.

Alpen van Latijns-Amerika

Dat geldt niet voor de aanpalende provincie. Chiriquí is de kletsnatte bergstreek in het westen met ‘de Alpen van Latijns-Amerika’ als bijnaam, compleet met Zwitserse chaletjes en restaurants met kaasfondue op de kaart. Dankzij de Volcán Barú die drieënhalve kilometer boven het landschap uittorent is alles wat groeit te vinden op de vruchtbare vulkaanbodem: van rapen en knollen tot cacao en koffie. In Boquete komt het aroma je tegemoet; het barst er van de koffiecafés en plantages die toeristen met open armen ontvangen.

Boquete is het plezantste dorp om te logeren rond de slapende vulkaan, maar de leukste koffieplantage staat aan de overkant van de krater bij het dorpje Volcán. La Torcaza is een van de zeldzame Panamese plantages waar niet alleen koffie wordt verbouwd, maar waar die ook wordt verwerkt. Hier zie je het hele proces, van het plukken en pellen van de koffiebessen tot het drogen en roosteren van de bonen, en daarna mag je zelf proeven waarom Panamese koffie door kenners wordt gerekend tot ’s werelds beste.

Bounty-archipel vol indianen

Het lekkerst is voor het laatst. Hup, het propellervliegtuigje in en een uur later ben je op de San Blás-eilanden. Op Narasgandup, bijvoorbeeld, een koraaleiland als een op hol geslagen bountyreclame. Een spectaculair strand van suikerwit poederzand waarin je tot je enkels wegzakt, vol palmbomen die precies op de goede afstand van elkaar staan om je hangmat op te knopen, en doorzichtig lichtblauw Caribisch zeewater, gebroken door het rif waar het naar hartelust snorkelen is tussen de tropische vissen. Een rondje eiland duurt twintig minuten, de bevolking telt vier indianenfamilies en er staat één hotel.

‘Hotel Narasgandup’ bestaat uit vijf bamboehutjes op het strand: eentje doet dienst als lobby, bar en restaurant tegelijk, de andere vier hutjes zijn de hotelkamers. Met elk een tweepersoonsbed en twee handdoeken, da’s al. Het dak is van palmbladeren, de vloer van wit zand. En hoe klein het eiland ook is, je hoeft je hier niet te vervelen. ‘Hotelmanager’ Ausberto serveert krab en kreeft en spartelverse vis aan de graat, en tweemaal daags vaart de uitgeholde boomstam naar naburige bounty-eilandjes, soms met een heus dorp van bamboehutjes of juist onbewoond voor een gelukzalig Robinson Crusoe-effect. Alles inbegrepen bij de kamerprijs van vijfendertig dollar – da’s nog eens all-inclusive.

Van die bounty-eilandjes liggen er, volgens de Kuna-indianen, precies 365 op een rij – één voor elke dag van het jaar. De kokosnoot is nog steeds het gangbare betaalmiddel, maar je kunt tegenwoordig ook terecht met dollars. Maar goed ook, want onze camera’s klikklakken er lustig op los – geen volk zo fotogeniek als de Kuna-indianen. Zelf weten ze dat ook. Wel graag even afrekenen dus, want elke foto kost een dollar. Een slim handelsinstinct kun je ze niet ontzeggen, dat hebben ze eeuwenlang kunnen perfectioneren in de internationale kokosnotenhandel. Nu die in het slop zit, leven de Kuna-indianen van het toerisme. De foto-dollars zijn ze gegund – want het blijft je de rest van je leven bij, zo’n bountyparadijs vol indianen. 

Panama: de hotste bestemming van 2008
Panama gaat het maken, komend jaar. Dat komt door KLM, die vanaf 30 maart rechtstreeks van Amsterdam naar Panama-Stad vliegt, maar bovenal door de nieuwe minister voor toerisme. Rubén Blades is wereldberoemd in eigen land als salsazanger en lokt nu bezoekers naar het meest onderschatte land van Latijns-Amerika. Blades dokterde een masterplan uit en zamelde 40 miljoen dollar in om Amerikanen en Europeanen ervan te doordringen dat Panama minstens zo mooi is als buurland Costa Rica. Eenderde van die vetpot gaat naar Europa, goed voor een media-offensief in België, Duitsland, Frankrijk, Engeland, de Scandinavische landen en Nederland. Toch groeit het toerisme nu al onstuimig. Het bezoekersaantal neemt jaarlijks met 13 tot 16 procent toe, terwijl Costa Rica juist zachtjes inzakt. In 2006 werd 1,4 miljard dollar omgezet, waarmee het Panamakanaal door het toerisme werd ingehaald als de belangrijkste inkomstenbron van Panama.
Panama Praktisch
Hoe kom je er?
Vanaf 30 maart vliegt KLM driemaal per week rechtstreeks van Amsterdam naar Panama-Stad, retour vanaf € 888 all-in; www.klm.nl. Klimaatneutraal vliegen kost € 47,43; www.greenseat.nl.
Lokaal vervoer
De Pan-American Highway doorkruist Panama van Costa Rica tot de Darién-jungle bij Colombia. Een huurauto is dus een optie, maar voor langere afstanden is het vliegtuig handig. Binnenlandse vluchten zijn spotgoedkoop: voor een retourtje betaal je USD 25 tot 100. www.aeroperlas.comwww.aero.com, www.flyairpanama.com.
Georganiseerde reizen
Panama-specialist Holasol Tours heeft stad-strand-combinaties, fly-drives, golfreizen en individuele en groepsrondreizen op het program. Zoals ‘Panama Grande’: in twee weken ziet u alle hoeken en gaten van Panama, van kanaal tot vulkaan en van strand tot indianen – vanaf € 1594 p.p. inclusief overnachtingen, lokaal vervoer en excursies, maar exclusief de vlucht Amsterdam-Panama v.v.; tel. 070 300 2464, www.holasoltours.nl.
Beste periode
Typisch tropisch weertje: 25 tot 33º C bij een hoge luchtvochtigheid. Het regenseizoen duurt van mei tot half december, met goede kans op langdurige buien in november, en het droge seizoen van half december tot half april – dat is de beste periode.
Papieren en prikken
Geen visum nodig, wel een paspoort dat bij aankomst nog minimaal zes maanden geldig is. Aanbevolen vaccinaties: DTP, hepatitis A, gele koorts. In delen van Panama komt malaria voor. Info: tel. 0900 9584 (45 cpm) of www.lcr.nl.
Geldzaken
De officiële munt is de balboa, gekoppeld aan de Amerikaanse dollar. Dat is in de praktijk het gangbare betaalmiddel, want van de balboa zijn alleen nog muntjes in omloop. Creditcards zijn alleen ingeburgerd in Panama-Stad, pinautomaten zijn er voldoende.
Informatie
Panama heeft geen verkeersbureau in Nederland en de informatiekantoren ter plaatse zijn volstrekt nutteloos. Beste reisgids is de Lonely Planet Panama; 4e ed. 2007, ISBN 9781741045529, € 25,99.

Gratis nieuwsbrief
Wil jij mijn reisreportages gratis in je mailbox? Ik stuur je graag eens per kwartaal mijn nieuwsbrief.