Voor 500 euro vlieg je rechtstreeks naar Puerto Vallarta, de homohoofdstad van Mexico. Zonnebakken op het homostrand, cruisen op een homoboot, smullen van taco’s en tortilla’s, Corona’s en margarita’s drinken en dan uitgaan alsof mañana niet bestaat.
Met een knoeperd van een kater zit ik op het homostrand aan mijn ontbijt van roerei met spek. Het uitzicht is fraai: recht vooruit de blauwe strandstoelen van Blue Chairs Resort, Puerto Vallarta’s populairste homohotel, daarachter een strook goudgeel zand en de blauwe Baai van Banderas, links Los Arcos, een trio grillige rotsen waar het mooi snorkelen is, en rechts in de verte Las Islas Marietas, een duo tropische eilandjes louter bewoond door blauwvoetgenten, koddige vogeltjes met blauwe platvoeten. Ik ben naar Mexico gekomen, het land van liefde en van zon, zoals de Zangeres Zonder Naam het ooit bezong, het is dertig graden en ik beef als een rietje, want het was een wilde nacht.
De avond ervoor raak ik tijdens de Dirty Bitches Show in de discotheek op het dak van Blue Chairs aan de praat met Carlos, een knappe mokkakleurige Mexicaan van 29 met zwart haar in een hippe coupe, een strak zwart overhemd, zwarte skinny jeans en zwarte D&G-gympies. Hij komt me vaag bekend voor en dat klopt; in een schamel zwembroekje prijkt Carlos deze maand op de cover van het lokale homo-uitgaansblaadje Gay PV. Vanuit de lift stapt elke nieuwe bezoeker op zijn tafel af om hem te kussen en omhelzen. Carlos kent iedereen en iedereen kent Carlos; de ideale gids voor mijn eerste nacht in de homoscene van Puerto Vallarta.
San Fran van Mexico
We duiken er meteen vol in: bar Divas viert haar zoveel-jarig bestaan en het is er stampvol met Mexicaanse homo’s met kleurige maskertjes. “Elke avond is anders in Puerto Vallarta,” legt Carlos uit. “Op zaterdag gaan we naar andere plekken dan op woensdag, dus je moet wel weten wanneer je waar moet wezen. Vanavond is Paco’s de plek.” Eerst laat hij me een trits andere homobars zien, van het westers uitziende Wet Dreams met strippers in een douchecabine tot Los Equipales, een typisch Mexicaanse gay cantina. Talloze Corona’s en margarita’s later eindigen we in Paco’s Ranch, tjokvol buiten- en binnenlandse toeristen, waar tot zonsopkomst wordt gefeest alsof mañana niet bestaat.
Puerto Vallarta wordt ‘het San Francisco van Mexico’ genoemd of ‘de homohoofdstad van Midden-Amerika’. En dat klopt zowaar: met vijfentwintig homobars, vijf homohotels, een dozijn homorestaurants, drie homostrandtenten, homoboetieks, homospa’s, een homosauna en homo-excursies heeft Puerto Vallarta ons soort mensen meer te bieden dan welke andere stad in de regio dan ook. Pakweg twintig procent van de inwoners is homo, zowel Mexicanen uit de rest van het land als Noord-Amerikaanse expats, en ook van de miljoenen toeristen die Puerto Vallarta jaarlijks trekt, is een aanzienlijk deel homo. In de toepasselijk genaamde wijk Zona Romántica wappert op elke straathoek de regenboogvlag.
Tequila foreskin shots
Mañana bestaat wel en met een paar uur slaap haast ik me langs het strand naar de pier voor Diana’s Gay Cruise. Een volle dag op een Love Boat met vijftig overwegend Amerikaanse en Canadese homo’s, daar heb ik vooraf zo mijn bedenkingen bij. Er zijn verschillende homoboottochten om uit te kiezen en daar gaan wilde verhalen over: zo zijn er op de Wet & Wild Sunset Cruise go-go boys aan boord, die om de haverklap hun met viagra overeind gehouden pikken uit hun broekjes halen en bij wie je voor een handvol peso’s een tequila foreskin shot kan krijgen. De donderdagse cruise van Diana DeCoste, een lesbisch propje met goed gevoel voor humor, is andere koek.
Op de catamaran van Diana geen hitsige strippers, maar een vijfkoppige crew die de passagiers verwent met hartverwarmende vriendelijkheid, onbeperkte cocktails, ijskoude biertjes, jelly shots, sandwiches, snacks en nog meer drank. Vanuit Puerto Vallarta wordt koers gezet naar Los Arcos, drie rotseilandjes met natuurlijke poortjes en grotten en tezamen een van ’s werelds beste snorkelplekken. Ik zet een bril en snorkel op mijn bol, trek vinnen aan, plons in de handwarme oceaan en zwem in een tropisch aquarium vol fleurige clownvissen en koraalvlinders, opblaasbare kogelvissen en gevlekte adelaarsroggen. Een natte droom waar geengo-go boy tegenop kan.
It’s a gay invasion!
Terug aan boord zien we in de verte bultrugwalvissen uit zee springen en met veel kabaal weer in het water plonzen. Terwijl we verder zuidwaarts zeilen, vliegen dolfijnen ons aan stuur- en bakboord voorbij, totdat ze besluiten al duikelend en tuimelend een stuk met ons mee te zwemmen, voor de boeg uit. Een ontmoeting met dolfijnen is altijd dolfijn, maar toch een net iets andere ervaring op een boot vol gillende nichten. Playa Colomitos is de volgende stop, een paradijselijk baaitje met geërodeerde granieten rotsen, wuivende palmbomen, suikerwit poederzand en een wandelpad naar een waterval in de jungle. Volledig verlaten is het strandje, totdat vijftig homo’s overboord springen en erheen zwemmen. “Oh my God,” roept een van hen verrukt uit, “it’s a gay invasion!”
De open bar gaat mee naar het strand, maar zodra daar de biertjes op zijn, zwemt de meute weer net zo hard terug aan boord. Op naar de laatste halte, Playa Las Ánimas, het eerste van verschillende bountystrandjes in het zuiden van de Baai van Banderas die alleen per boot bereikbaar zijn. Na een strandwandeling en een late lunch met verse vis onder een palapa, gaat het retour richting Puerto Vallarta. De drankbonnen die Diana uitdeelt voor de afterparty zorgen ervoor dat de dakdisco van Blue Chairs meteen vol is. De dronkenschap stijgt tot het hoogtepunt en er worden nog meer nieuwe vriendschappen gesmeed, terwijl de zon zachtroze in de pastelblauwe Stille Oceaan zakt.
Liz’ zwoele strandromance
En dat alles dankzij Liz Taylor. Met drie miljoen bezoekers per jaar is Puerto Vallarta na Cancún de drukste toeristische bestemming van het land, maar een halve eeuw geleden had nog niemand van het Mexicaanse dorp gehoord. Een vliegveld was er niet en zelfs geen elektriciteit, toen regisseur John Huston er in 1963 neerstreek voor de verfilming van Tennessee Williams’ toneelstuk The Night of the Iguana, met in zijn kielzog supersterren Richard Burton, Elizabeth Taylor, Deborah Kerr en Ava Gardner. Taylor, die net Cleopatra had gespeeld, had geen rol in de film, maar reisde mee naar Mexico om te behoeden dat de wulpse Gardner met haar minnaar Burton aan de haal zou gaan.
De geruchtmakende affaire tussen tortelduifjes Burton en Taylor, op dat moment de duurst betaalde Hollywoodsterren die beiden nog met een ander getrouwd waren, haalde dagelijks de voorpagina’s en zette Puerto Vallarta in één klap op de kaart als tropisch, zwoel en romantisch strandparadijs. Huston, Burton en Taylor raakten verknocht aan Puerto Vallarta en kochten er elk een vakantiehuis. Zij waren niet de enigen; de toeristische influx was niet meer te stoppen, in no time was er een vliegveld, wegen en elektriciteit werden aangelegd en hotels schoten als paddestoelen uit de grond. Wie hier één keer is geweest, wil nog een keer. En nog een keer: volgens de statistieken is dit de stad met de meeste terugkerende bezoekers ter wereld.
Kroegentocht met Christian
Zelfs voor een Amsterdammer is het even wennen aan de vrije seksuele moraal die hier heerst. Go-godansers zijn alomtegenwoordig, behalve in Blue Chairs zie ik ze ook in La Noche en Wet Dreams, zeg maar de April en Havana van Vallarta, en ze houden hun broekjes heus niet aan. Op het homostrand maak je makkelijk contact met de inwoners en ook in clubs als Paco’s Ranch en Mañana is het onmogelijk om géén Mexicaanse vrienden te maken – en niet eens per se omdat ze met je naar bed willen, maar gewoon omdat de locals opvallend open, vrolijk, aanhankelijk, flirterig en vriendelijk zijn. Dat went snel en voor je het weet, doe je er zelf aan mee.
Wie geen Carlos kan vinden en toch graag door locals door de homoscene van Puerto Vallarta wordt geleid, huurt ze gewoon in: voor een paar tientjes nemen de goedlachse Christian en Luis je een avond lang op sleeptouw met hun Gay Vallarta Bar-Hop, een kroegentocht langs zeven homotenten inclusief diner en drankjes. We eten een teriyaki-burger bij Fuego, drinken een cocktail met de Zweedse gastheren van The Swedes, een biertje met de Amerikaanse baas van Frida’s en een martini met de drag queen van dienst in La Noche. We wippen even binnen voor nog een drankje bij Paco’s Ranch, waar het tjokvol is, om de avond te eindigen bij Mañana, een openluchtclub met naast de dansvloer een zwembad, palmbomen en een watervalletje.
Het is hier fantastisch
Mañana is onbetwist Puerto Vallarta’s mooiste homotent, maar er is iets geks aan de hand: het is vrijdag na middernacht en de dansvloer is leeg. “Dit was jarenlang dé populairste homoclub,” legt Christian uit. “Het was hier zeven nachten per week bomvol, maar het gerucht gaat dat de eigenaar zijn personeel ertoe aanzette om hun klanten te rollen en sindsdien zit de klad erin.” Tegenwoordig is Mañana alleen nog op zaterdag druk, maar dat is niet genoeg; na oudejaarsavond gaat de zaak op slot. Niet getreurd: onlangs ging CC Slaughters open, zeg maar de lokale Club Fuxxx, en kort na mijn vertrek opent Freedom PV, Mañana’s beoogde opvolger.
Voordat ik de avond opnieuw eindig bij Paco’s Ranch, eerst nog even langs bij Marco, de Nederlandse eigenaar van Reinas Bar, een klein kroegje met rode muren die volhangen met foto’s van koningen en koninginnen, prinsen en prinsessen. In de wc hangt een levensgroot portret van Beatrix. “Leuk tentje hè?” zegt Marco trots. “Ik ben nu twee jaar open en het loopt heel lekker. Er komt een leuke mix vanlocals, buitenlandse toeristen en ook veel Nederlanders.” Zoals Pieter en Theo, een vrolijk en gebronsd Brabants stel. Ook zij zijn enthousiast over Puerto Vallarta: “Het is hier in één woord fantastisch. Hartstikke homovriendelijk, goedkoop eten, vriendelijk volk, heerlijk weer – wij komen zeker nog eens terug.” Puerto Vallarta is verslavend.