Mexico is het land van liefde en van zon, maar ook van stille baaien, verse vis en uitgaan tot het ochtendgloren. Reisjournalist Sander Groen ontdekt Puerto Vallarta in het kielzog van de Love Boat en vooral in het voetspoor van Richard Burton, Liz Taylor en Ava Gardner.
“Hotel Ambos Mundos in Puerto Vallarta is een volledig modern, van airconditioning voorzien hotel aan een prachtig plein, met heerlijk eten en uitstekende service.” Miss Dexter leest het hardop voor uit haar Frommer’s reisgids editie 1963, tot volle tevredenheid van de overige christelijke dames. Na een reis van de Amerikaanse grens naar de Mexicaanse westkust, ruim duizend kilometer in een gammele autobus over onverharde wegen, zijn ze wel toe aan een beetje comfort. ‘Bienvenidos a Puerto Vallarta’ meldt een bord boven de weg, terwijl de bus een stoffig gehucht binnenrijdt van één hoofdstraat met kinderkopjes en wat krakkemikkige huisjes en winkeltjes.
Zodra het Ambos Mundos in beeld komt – een statige hacienda met bogen, zuilen en een patio met fontein – geeft reisleider Shannon plankgas. De bus scheurt het dorp uit, om na een bloedstollende rit over een bochtige kustweg door de jungle te arriveren bij een wit zandstrand in een blauwe baai. Op een groene heuveltop staat het spartaanse pension dat Shannon voor zijn gasten in petto heeft: Hotel Costa Verde. Zonder sterren en met tien kamers, elk met ventilator, hangmat en zeezicht. De Amerikaanse toeristes eisen dat hij hen subiet naar het Ambos Mundos brengt, maar Shannon houdt voet bij stuk: “Nergens in Mexico is het mooier dan hier in Mismaloya.”
De nacht van de leguaan
Een halve eeuw nadat filmregisseur John Huston hier met Hollywoodsterren Richard Burton, Elizabeth Taylor, Deborah Kerr en Ava Gardner neerstreek voor de opnames van The Night of the Iguana, is Mismaloya nog altijd mooi. Het baaitje is perfect halfrond, de palmbomen wuiven, het uitzicht op de drie rotseilandjes Los Arcos is nog net zo fraai, het strandzand is zacht en wit en het zeewater azuurblauw en handwarm. Een paar verschilletjes zijn er wel: stil is Mismaloya allang niet meer, het strand staat vol ligbedjes, Hotel Costa Verde staat op een heuveltop te verkrotten en de minibaai is volgebouwd met een megahotel.
“Kijk daar, bovenop die heuvel, dat is de filmset. Nee, die kun je niet bezoeken, het is helemaal overgroeid en afgezet met hekken en prikkeldraad”
All-inclusive-resort Barceló telt vijf sterren en driehonderd suites, vijf restaurants en drie bars, vier zwembaden en een super-de-luxe spa. De roomservice bezorgt desgevraagd het romantische viergangendiner-voor-twee La Noche de la Iguana op je eigen terras, dat uitzicht biedt op de ruïne van het hotel uit de film. Verder lijkt elke herinnering uitgewist. “Ja, hier is de film opgenomen,” vertelt hotelreceptioniste Maria monter. “Kijk, daar aan de overkant van de baai, bovenop die heuvel, dat is de filmset. Nee, die kun je niet bezoeken, het is helemaal overgroeid en afgezet met hekken en prikkeldraad.”
Niemand die bedacht heeft dat de filmset wel eens een lucratieve toeristische attractie zou kunnen zijn. Gek eigenlijk, want het was nou net die film waaraan het hotel haar bestaansrecht dankt. Een halve eeuw geleden had nog niemand van Puerto Vallarta gehoord. Een vliegveld was er niet, elektriciteit, telefoon of stromend water evenmin, en de enige weg ernaartoe was tijdens het regenseizoen onbegaanbaar. Uitgerekend hier streek regisseur John Huston in 1962 neer voor de verfilming van Tennessee Williams’ toneelstuk, met in zijn kielzog een bonte stoet aan supersterren.
Exotisch en romantisch
Elizabeth Taylor, die net Cleopatra had gespeeld, had geen rol in de film. Zij reisde mee naar Mexico om ervoor te waken dat de wulpse Ava Gardner met haar minnaar Richard Burton aan de haal zou gaan. De buitenechtelijke affaire tussen Burton en Taylor, destijds de beroemdste en duurst betaalde Hollywoodsterren, die beiden nog met een ander getrouwd waren, haalde dagelijks wereldwijd de voorpagina’s. Ter plekke was men minder verrukt. Zo schreef de lokale krant Siempre: “Onze kinderen worden blootgesteld aan seks, drank, drugs, zonde en bestialiteit door dat uitschot uit de Verenigde Staten: boeven, nymfomanen en heroïneverslaafde blondines.”
Huston, Burton en Taylor raakten niettemin verknocht aan Vallarta, zoals de bevolking hun dorp kortweg noemt. Nadat de filmopnames waren volbracht, kochten ze er elk hun eigen vakantiehuis. Zij waren niet de enigen; de toeristische influx was niet meer te stoppen. Binnen een mum van tijd werden een vliegveld, wegen en elektriciteit aangelegd en hotels uit de grond gestampt. Tegenwoordig trekt Puerto Vallarta vier miljoen bezoekers per jaar. Wie hier één keer is geweest, wil nog een keer. En nog een keer – volgens de statistieken is dit de stad met de meeste terugkerende bezoekers ter wereld.
The Night of the Iguana was niet de enige film die Puerto Vallarta beroemd maakte. Een eigenwijze witte Kever scheurde door de straten in de Disney-film Herbie Goes Bananas (1980), de jungle-scènes in Predator (1987) met Arnold Schwarzenegger werden gedraaid in El Eden, achter Mismaloya, en in Limitless (2011) racet Bradley Cooper in een Maserati over de Malecón. Maar de belangrijkste bijrol vertolkte de stad in The Love Boat, de razend populaire, mierzoete tv-serie uit de jaren 70 en 80. Het cruiseschip Pacific Princess voer steevast van Los Angeles naar Puerto Vallarta. Het romantische imago van de exotische droombestemming kon niet meer stuk.
“Vorig jaar was ik hier voor het eerst en volgend jaar kom ik weer. De sfeer is ontspannen, de mensen zijn vriendelijk en een taco kost een dollar”
Vallarta is fun
Na Cancún is Puerto Vallarta nu de drukstbezochte toeristische bestemming van Mexico. De vergelijking met die populaire badplaats aan de Caribische kant dringt zich dan ook op: ook hier zijn meer hotelbedden dan inwoners en strekt de ‘Zona Hotelera’ zich tientallen kilometers lang uit langs de kust; een lang lint van luxehotels langs een oneindig strand. En ook hier komen mensen naartoe voor een onbekommerde strandvakantie onder de Mexicaanse zon.
“Cancún is ordinair, Puerto Vallarta is fun,” duidt de gebruinde Californische dertiger Josh het verschil, terwijl hij nog een Corona bestelt. “Cancún is letterlijk op een door de computer berekende plek speciaal voor toeristen uit de grond gestampt. Het is een zielloos zuipfestijn voor Amerikaanse jongeren op spring break; je struikelt er over de kotsende tieners. Ik ben er één keer geweest en toen was ik er klaar mee. Vorig jaar was ik hier voor het eerst en volgend jaar kom ik weer. De sfeer is ontspannen, de mensen zijn vriendelijk en hier heb ik wél het gevoel dat ik in Mexico ben. Bij mijn favoriete eettentje kost een taco een dollar.”
In tegenstelling tot Cancún is Puerto Vallarta een plaatje. De oude stad ligt opgestapeld tegen de heuvels en de slingersteegjes en trapstraatjes bieden uitzicht op de Baai van Banderas, een van de grootste baaien ter wereld. Hier geen hoogbouw; de markante kroon van de kathedraal torent overal bovenuit. Langs de baai loopt een slenterboulevard, de Malecón, met daarachter, tegen het decor van de met jungle begroeide bergen van de Sierra Madre, het brede en goudgele stadsstrand Playa de los Muertos. Dat ‘Strand der Doden’ heet zo omdat hier ooit een bloedige strijd werd uitgevochten. Prima historische reden dus, maar de lokale VVV vond het te macaber klinken en bedacht een nieuwe naam: Playa del Sol.
Homohoofdstad
Zonnig is het zeker, dat strand. Terwijl in de Hollandse winter de ijspegels aan de dakrand hangen, is het hier tropisch onbewolkt en dertig graden. Er wordt gezond op de ontelbare ligstoelen van de strandtenten met op tafel emmertjes ijskoude Corona’s of pitchers margarita, strandventers sjouwen af en aan met spiesen gegrilde garnalen, verse oesters, snoepgoed en kralenkettingen, een mariachi-bandje brengt een serenade aan een verliefd stelletje – Guantanamera, hoe kan het ook anders. Wie naar Puerto Vallarta komt om te luieren, vermaakt zich moeiteloos een week lang, met elke avond een zachtroze zonsondergang.
’s Avonds loopt het strand snel leeg. Want het is dan wel niet zo ordinair als in Cancún, maar ook hier wordt flink gefeest. Aan de Malecón wemelt het van de halfopen clubs waar tot diep in de nacht wordt gedanst met zeezicht en in de wijk Zona Romántica wappert de regenboogvlag – Puerto Vallarta is de homohoofdstad van Mexico, met tientallen homobars, -restaurants, -hotels, -spa’s en zelfs homo-excursies. “Wij zijn alleen nog maar in de homoscene uitgeweest,” zegt de 25-jarige Julie uit New Orleans, die met haar vriend naar het optreden van een drag queen kijkt in homoclub Paco’s Ranch. “Hier is het gewoon nog net iets vrolijker. I love it!”
Nog leuker wordt je Mexicaanse strandvakantie als je er ook eens opuit trekt. Neem een watertaxi naar de zuidkant van de Baai van Banderas, die alleen per boot te bereiken is. Las Ánimas, Quimixto en Yelapa liggen op nog geen uur varen van de stad, maar je waant je er in een traag afgespeelde Bounty-reclame van tropische privéstrandjes en romantische strandbarretjes met niet te versmaden verse gegrilde visjes.
“Dit is precies wat ik bedoelde,” zei Tenessee Williams tevreden bij de aanblik van Mismaloya. “Dit is Acapulco zoals het twintig jaar geleden was”
Liz’ liefdesnest
Het toneelstuk van Tennessee Williams speelde zich af in de jaren 40 in een stille baai bij Acapulco, destijds een onontdekte tropische idylle. Toen regisseur Huston in 1962 locaties ging scouten, was dat inmiddels het favoriete vakantieoord van de Amerikaanse jetset. Na een tip van een lokale kennis toog hij met cast en crew naar Mismaloya, een afgelegen baai vlakbij het onbekende Puerto Vallarta. Williams werd ingevlogen om de locatie te keuren en was tevreden: “Dit is precies wat ik bedoelde. Dit is Acapulco zoals het twintig jaar geleden was.” Zoals Williams’ toneelstuk had bijgedragen aan de sterrenstatus van Acapulco, zo schoot Hustons film Puerto Vallarta naar wereldfaam.
Er is één plek met een filmconnectie die wél een toeristische attractie is geworden. Vallarta Adventures organiseert excursies naar het paradijselijke strandje Las Caletas, waar ooit het huis van John Huston stond. Behalve een ieniemienie museumpje herinnert niets aan de aanwezigheid van de filmregisseur. In de stad zelf zijn de herinneringen aan de met een Oscar bekroonde film al even summier. Het hotel waar de cast tijdens de opnames verbleef, staat al decennialang te verpauperen aan de boulevard. Ook het huis van Richard Burton staat leeg; wie door een klein raampje naar binnen koekeloert, ziet net een randje van het lege zwembad in het souterrain.
Casa Kimberley, aan de overkant van de straat, kocht Burton als cadeautje voor Taylors 34ste verjaardag. Later werd het een B&B, waarvan de helft fungeerde als Liz Taylor-museum. Onlangs werd het huis gekocht door een projectontwikkelaar en gesloopt. Het enige wat resteert is de Lover’s Bridge, het bruggetje dat het koppel tussen de twee huizen liet bouwen. Dat trekt nog dagelijks toeristen, maar de roze verf bladdert ervan af. In Wenen (The Third Man), Parijs (Amélie) en San Francisco (Vertigo) zijn rondleidingen langs de draailocaties uit die filmklassiekers, maar hier is het droef gesteld met het cinematografisch erfgoed.
Hippe buitenpost
Wie zich een voorstelling wil kunnen maken bij het Puerto Vallarta ten tijde van The Night of the Iguana, neemt de kippenbus noordwaarts naar vissersdorpje Bucerías. Daar is nog altijd maar één hoofdstraat met kinderkopjes en eetkraampjes, een pleintje met kruidenier, kerkje en tequileria en een stil strand met een paar basale strandbars. Bucerías ligt dichter bij het vliegveld en de kilometerslange hotelstrip dan bij downtown Puerto Vallarta en toch letterlijk en figuurlijk in een andere tijdzone.
Iets verderop is Sayulita niet zozeer stiller, maar wel nog mooier. Van vissersgehucht via hippiedorp en surfersparadijs tot de hippe buitenpost van Puerto Vallarta: trendy cafés, boetieks, restaurants en hotels schieten hier als paddenstoelen uit de grond. De sfeer is loom en zorgeloos en het strand is misschien wel het mooiste van de Mexicaanse westkust.
Bij strandtent Capitán Cook doen de Rotterdamse broers Robin en Ronald zich te goed aan een schaal vol krab, kreeft en megagarnalen. “Het is hier fantastisch,” zegt Robin, “ontspannen sfeer, lekker eten, vriendelijke mensen en heerlijk weer.” Morgen vliegen ze weer naar Nederland, maar Ronald weet het zeker: “Ja, volgend jaar komen we terug. Heb ik nu al zin in.” Een origineel verhaal is het niet; je hoort het hier van iedereen. Puerto Vallarta is verslavend. «