Met het einde van de pandemie in zicht verheugen we ons op een welverdiende vakantie. Maar hoe? Stappen we weer massaal in het vliegtuig, met alle klimaatschade en overtoerisme van dien? Of brengt de coronacrisis het inzicht dat het beter moet? Reisjournalist Sander Groen blikt in een drieluik vooruit op de toekomst van het reizen na corona. Deel 3: de toekomst van verre reizen.
Weinig ervaringen in de wereld zijn grandiozer dan ontwaken in een afgelegen tropisch regenwoud bij het geluid van oranje paradijsvogels en rode brulapen. De percolator borrelt, ik neem een lauwe douche en wandel naar een rotspunt boven een vochtige riviervallei, die verwarmd wordt door de opkomende zon, zodat de mist oplost en de waterval zichtbaar wordt. Per seconde stort hier 650 duizend liter water 225 meter naar beneden. Anders dan bij de Niagara-, Victoria- en Iguazu-watervallen zijn hier geen hordes toeristen te bekennen – met slechts vijf andere bezoekers, want meer pasten er niet in het propellervliegtuigje, heb ik de waterval en het omringende nationale park deze dag voor mezelf alleen.
In deel 1 van dit drieluik vermeldde ik het al even: kort voor de coronapandemie bracht mijn laatste verre reis voor de Volkskrant me naar Guyana. Deze voormalige Nederlandse en later Britse kolonie is met 200 duizend bezoekers per jaar het minst bezochte land van Zuid-Amerika – ter vergelijking: buurland Brazilië ontving in 2019 ruim zes miljoen toeristen. Het is na Venezuela ook het armste land van het continent, maar daar heeft de overheid een oplossing voor bedacht: toerisme. Guyana is vijf keer groter dan Nederland, telt nog geen miljoen inwoners, bestaat voor driekwart uit jungle en wil ’s werelds duurzaamste reisbestemming worden.
Hier op het Guyanaschild, aan de rand van het Amazoneregenwoud, leven 786 soorten vogels, zoals de bizarre oranje rotshaan met zijn rechtopstaande kuif en vleugelfranjes. Behalve de arapaima, ’s werelds grootste geschubde zoetwatervis die tot 3 meter lang wordt, leven hier nog meer recordhouders, zoals de reuzenotter (1,80 meter), de reuzenmiereneter (2 meter) en de zwarte kaaiman (6 meter). De gouden raketkikker meet daarentegen maar anderhalve centimeter en brengt zijn hele leven door in het waterreservoir van een reuzenbromelia. Zowel de bromeliasoort als het kikkertje zijn endemisch; ze komen alleen hier voor en nergens anders ter wereld. Guyana is een droombestemming voor elke natuurliefhebber.
Vlieg met mate
Om die droombestemming te bereiken moest ik wel eerst de halve wereld rondvliegen. Een retourtje Guyana is goed voor vijf ton CO2-uitstoot, wat zo schadelijk is als pakweg anderhalf jaar autorijden of vier jaar vlees eten. Toeristische infrastructuur is er nauwelijks, zodat ook binnenlandse verplaatsingen vooral per vliegtuig gaan, met meer klimaatschade tot gevolg. Transfers per taxi, hotelhanddoeken, wegwerpzeepjes, flesjes water en voedselverspilling dragen allemaal bij aan de ecologische voetafdruk van de reiziger. Het is een duivels dilemma: wie de laatste ongerepte plekken op aarde wil ontdekken, draagt onontkoombaar bij aan de teloorgang ervan. We reizen met zijn allen onze planeet naar de filistijnen.
Het toerisme was voor corona de snelst groeiende industrie ter wereld, die voor 8 procent bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Zelfs de grootste vervuilers, de luchtvaartmaatschappijen, begrijpen dat het zo niet langer kan. In een interview in dagblad Trouw in 2019, toen KLM de omstreden reclamecampagne ‘Vlieg verantwoord’ had gelanceerd, vergeleek topman Pieter Elbers vliegen met alcohol: ‘Wij vinden dat je bewust moet vliegen. Analoog aan “drink met mate”.’ Zoals Heineken mensen oproept om minder te drinken en tegelijkertijd elk jaar meer bier produceert, zo maant Elbers ons minder te vliegen, terwijl KLM in 2019 juist meer passagiers vervoerde dan in de 99 jaar ervoor.
Reisorganisaties, cruisemaatschappijen en hotelketens proberen eveneens imagoschade te voorkomen door hun groene gezicht te tonen. ‘Betere vakanties voor een betere wereld’ is vrij vertaald het motto van TUI. De grootste reisorganisatie van Nederland heeft een duurzaamheidsmanager in dienst, vermindert de CO2-uitstoot van vliegtuigen en kantoren met 20 procent, promoot duurzame accommodaties en stak in vijf jaar tijd 1,5 miljoen euro in duurzaamheid en goede doelen. Dat is 20 cent per klant. Het gaat richting maatschappelijk verantwoord ondernemen, maar met babystapjes. Neem dat TUI niet kwalijk; het blijft toch een commercieel bedrijf – de kernactiviteit is geld verdienen, niet het redden van de wereld.
Duurzame luchtvaart
Dat klinkt somber, maar toerisme heeft ook positieve aspecten. In het jaar voor corona, 2019, werden 1,5 miljard internationale toeristen geteld, 4 procent meer dan het jaar ervoor. De toeristische sector is inmiddels groter dan de olie-export, voedselproductie en automobielindustrie. Volgens Wereldtoerismeorganisatie UNWTO is het toerisme goed voor 9 procent van het wereldinkomen en voor 1 op de 11 banen. Mits verstandig opgezet, kan toerisme een katalysator zijn in de economische ontwikkeling van arme landen. En na de coronacrisis kan toerisme een sleutelrol spelen bij een spoedig herstel van de wereldeconomie. Puur economisch bekeken is je vakantie buitengewoon nuttig.
Decennialang nam de toeristische sector het klimaatprobleem niet serieus, nu wordt er volop geïnnoveerd. Biokerosine lijkt een oplossing; die brandstof wordt niet gemaakt met olie, maar met koolmonoxide of frituurvet, wat zorgt voor 80 procent minder CO2-uitstoot. Veel schoner, maar ook twee tot drie keer zo duur en schaars. Een van de afspraken in het Klimaatakkoord van vorig jaar is dat in 2030 in Nederland 14 procent van de getankte kerosine duurzaam moet zijn. Dat duurt lang, is weinig en lijkt nu al niet haalbaar. KLM is zelfbenoemd ‘leider in biobrandstof’, maar wil de komende tien jaar de getankte brandstof aanlengen met 2 procent biokerosine.
Serieuze klimaatwinst kan worden geboekt met nieuwe vliegtuigen. Vorig jaar oktober maakte KLM een proefvlucht met een V-vormig vliegtuig, dat 20 procent minder brandstof verbruikt dan de al relatief zuinige Airbus A350. Echt schoon is een door de TU Delft ontwikkeld vliegtuig dat aangedreven wordt door waterstof en niets anders uitstoot dan waterdamp. Easyjet laat het Amerikaanse Wright Electric een elektrisch vliegtuig ontwikkelen met plek voor 186 passagiers en een bereik van 560 kilometer. Het zijn echter nog slechts prototypes; voordat deze schone vliegtuigen op grote schaal commercieel kunnen worden ingezet, zijn we twintig tot dertig jaar verder.
Op vakantie na corona
Op kortere termijn is er voor klimaatschade en overtoerisme maar één oplossing: we moeten zelf verantwoordelijkheid nemen en ons reisgedrag veranderen. Tenminste, als er straks weer gereisd kán worden, want momenteel geldt nog een negatief reisadvies voor alle landen op aarde. De landen met de hoogste vaccinatiegraad zullen het eerst weer opengaan – vooral de rijke landen, die gretig vaccins hebben gehamsterd. In pakweg de helft van alle landen is daarentegen nog geen prik gezet en woekert en muteert het virus voort. Op vakantie binnen Europa zal binnenkort wel weer kunnen, maar corona zal ons reisgedrag nog jarenlang blijven beïnvloeden, zeker als het gaat om verre reizen.
Om te kunnen reizen heb je straks wel een vaccinatiepaspoort nodig. Daar is kritiek op, want het zou zorgen voor een tweedeling tussen geprikten en ongeprikten. Vreemd, want zo’n vaccinatiepaspoort bestaat allang. De meeste Nederlanders zijn ingeënt tegen difterie, tetanus en polio, en wie vóór corona naar de tropen reisde, haalde ook nog even een malariakuurtje of prikken tegen hepatitis A en TBC. Tijdens mijn reis naar Guyana moest ik kunnen bewijzen dat ik ben ingeënt tegen gele koorts, anders kon ik niet overstappen in Suriname – en dus had ik mijn gele stempelboekje bij me. Niks nieuws en niks engs, dat vaccinatiepaspoort, het zorgt ervoor dat we straks weer gezond en wel op vakantie kunnen.
Maar als het straks weer kan, moeten we het dan nog wel willen? KLM-baas Elbers trok de analogie met alcohol, ik zou vliegen liever vergelijken met vlees eten. Duurzamer leven hoeft geen straf te zijn; om je ecologische voetafdruk te verkleinen, hoef je geen vegetariër of veganist te worden. In plaats van elke dag een kiloknaller kun je ook drie keer per week een klein maar smakelijk stukje biologische vlees eten. Daarmee draag je al bij aan een betere wereld. Zo is het ook met vliegen: je hoeft er niet helemaal mee te stoppen, maar het mag best wat bewuster en beter. Reis verstandig, vlieg met mate.
Tekst: Sander Groen, illustratie: Maaike Canne