De grootste gay pride van het continent, een homoplein waar de Reguliersdwarsstraat bij verbleekt en homospa’s met of zonder happy ending: niet Shanghai of Hongkong, maar Taipei is de homohoofdstad van Azië.
“So, erm, you’re a lesbian fortune-teller?” Olivia knikt instemmend. “Mensen komen bij mij voor van alles: advies over hun werk, familie, vrienden en natuurlijk de liefde.” Behalve eigenares van Les Love Boat, zeg maar de lesbische Boekhandel Vrolijk van Taipei, is Olivia Wu ook waarzegster. Zoals er hier zoveel zijn, maar Olivia heeft zich gespecialiseerd in waarzeggerij voor lesbo’s en homo’s. “De meest gestelde vragen? Hoe lang blijf ik nog bij mijn partner? En: wanneer ontmoet ik mijn droomman?” Dat laatste zou ikzelf ook wel eens willen weten.
Traditioneel-Chinese waarzeggerij wordt op het boeddhistisch-taoïstische Taiwan sinds mensenheugenis reuze serieus genomen. Bij elke beslissing gaat men thuis of in de tempel in de weer met gekalligrafeerde bamboestokjes, rode halvemaanvormige houtjes, rijstkorrels, tarotkaarten en allerhande bovenzinnelijks. Voor de dagelijkse keuzes volstaat dat doe-het-zelf-werk, maar het blijft koffiedikkijken en bovendien heeft de uitslag een beperkte houdbaarheid. Voor potentieel levensveranderende beslissingen gaat men liever te rade bij een suan ming, een waarzegger, of letterlijk vertaald een ‘lotsbepaler’ – want volgens Taiwanezen ligt je lot vanaf je geboorte al vast.
Droomman op je 43ste
Waarzeggers vind je normaliter in en rond tempels, maar Olivia houdt praktijk in haar boekwinkel, waar naast lesbische literatuur en films ook regenboogvlaggen en seksspeeltjes verkocht worden. Het is er een komen en gaan van Taiwanese tomboys. “Wil je een consult? Neem plaats. Handen op tafel, je handpalmen naar boven.” Met een stokje tikt ze onophoudelijk op een houten bord vol gouden Chinese karakters. “Je bent een zachtmoedig persoon,” vertelt Olivia met haar ogen dicht, “en je houdt van het leven. Je staat open voor alles en iedereen, maar je hebt maar een paar echt goede vrienden.”
Met variabele trefzekerheid ontleedt Olivia mijn karakter, leven, groeistuipen en geschiedenis, om uit te komen bij wat ik van haar wilde weten. “Je zoekt op de verkeerde plek. Minder uitgaan in clubs, meer in cafés en op culturele plekken. De mensen die je nu ontmoet zijn te oppervlakkig, de man die je zoekt is filosofisch, idealistisch en spiritueel.” En dan heel stellig: “Over drieënhalf jaar is er een keerpunt in je leven. Dan ontmoet je je droomman. Als je 43 bent.” Ik stop de 1200 dollar voor het consult in een rood envelopje en ik weet waar ik aan toe ben. Nog even geduld dus.
Brian denkt daar die avond heel anders over: zodra hij op het terras van Café Dalida aanschuift aan mijn tafeltje, heb ik wat hem betreft mijn droomman al gevonden. Eén probleempje: ondanks zijn 23 jaar zit Brian nog hopeloos in de kast. “Mijn familie zou het nooit accepteren, zelfs mijn beste vriend weet niet dat ik op mannen val.” Volgens Brian ligt homoseksualiteit hier nog heel gevoelig, maar dat lijkt luidruchtig te worden weersproken door de zaterdagavonddrukte in het hart van de homoscene van Taipei, op Red House Plaza – een homoplein waar de Reguliersdwarsstraat bij verbleekt.
De Leeuw in Taipei
Dit zie je nergens anders in Azië: een plein met tien homobars op rij en honderden terrasstoeltjes die allemaal bezet zijn door twintigers en dertigers met hippe brillen, skinny jeans en blitse gympen. Bear Café blijkt geen berenbar, daar hebben de lokale jongeren zich verzameld, terwijl de beren op het terras zitten bij G-Mixi. Boven op de overloop worden nagels gelakt en haar geknipt bij de homokapper, ernaast wordt bij F2 luidkeels en knettervals karaoke gezongen. A-Ha’s Take On Meschalt uit de speakers bij Dalida, de enige bar met een gemengd publiek van Aziaten en westerlingen, wellicht omdat eigenaren Kelvin en Alvin vloeiend Engels spreken.
Temidden van vrolijke Taiwanese vrienden zit hier ook een Britse Paul de Leeuw; de gevulde, gezellige en gevatte veertiger Paul uit Manchester. Hij legde de hogesnelheidstrein aan en bleef plakken. “Ik voel me hier thuis, de vriendelijke en vrolijke vibe bevalt me. Taipei is niet zo groot als Hongkong of Tokio, maar je hebt hier alles: homobars, -clubs, -kappers, -winkels, -spa’s en -sauna’s. En je kan probleemloos hand-in-hand met je vriend over straat. Niet omdat Taiwanezen nou zo tolerant zijn, dat is volgens mij een misverstand. They just don’t care. Taiwanezen zijn individualistisch; zolang zij er geen last van hebben, mag je doen wat je wilt.”
Feit blijft dat Taiwan het meest progressieve Aziatische land is. Driekwart van de bevolking heeft geen moeite met gelijkgeslachtelijke relaties, zo blijkt uit onderzoek. Discriminatie op basis van seksuele voorkeur is bij wet verboden en er ligt een wetsvoorstel voor openstelling van het burgerlijk huwelijk voor homo’s. De grootste gay pride van Azië trekt in Taipei jaarlijks tienduizenden bezoekers. Bij westerse homo’s bungelt Taiwan nog ergens onderaan het verlanglijstje van Aziatische vakantielanden, terwijl gay Taipei misschien wel leuker is dan Shanghai, Hongkong, Manilla en Bangkok bij elkaar.
Rice on rice
Paul laat nog een emmertje Gold Medal Taiwan Beer aanrukken, terwijl zijn 29-jarige Taiwanese vriend Jay met het oog op het verdere verloop van de avond uit de doeken doet hoe de clubscene in elkaar steekt. “Er zijn vier grote clubs. Welke de leukste is? Ligt eraan wat je zoekt. Funky is de oudste en was jarenlang de populairste, maar daar komen steeds meer hetero’s. Jump is een grote technoclub met strippers en muscle mary’s, Fresh trekt ook westerlingen en heeft een dakterras. G*star is de nieuwste en dat vind ik ook de mooiste en leukste club. Daar gaan wij heen, ga je mee?”
“Voor jou en mij valt daar alleen niks te halen,” vult Paul aan. “De jongens die daar komen zijn totaal niet geïnteresseerd in blanke bleekscheten.” Jay moet erom lachen: “True. It’s strictly rice on rice there, no potato on rice.” G*star is een homoclub zoals Amsterdam die ook zou moeten hebben: groot en ruim, spic en span, met een uitbundige sfeer, prima prijzen en vriendelijke bediening, een oorverdovende geluidsinstallatie, een flitsend lichtsysteem en een dj die kan draaien. De westerlingen zijn op de vingers van één hand te tellen en inderdaad, de knappe jonge Aziatische cliëntèle is alleen maar met elkaar bezig.
Ik word straal genegeerd en gek genoeg voelt dat als een bevrijding. Paul snapt dat wel: “Jij bent gewend om in Bangkok of Manilla door jongens te worden belaagd alsof je een wandelende geldbuidel bent. Dat zijn arme landen, waar jongeren op zoek zijn naar een beter leven in een rijk land. Taiwan is welvarend en jongeren zijn hier hoogopgeleid. Zij verdienen hun eigen geld wel en hebben jou echt niet nodig.” Nog een verfrissend verschil met Thailand en de Filipijnen: hoerenjongens en she males zijn nergens te bekennen. “Klopt,” zegt Paul lachend. “Eigenlijk is de scene van Taipei heel westers, maar dan met opvallend veel Aziaten.”
Piemelworstenbroodjes
De zon doet pijn aan mijn ogen als ik op zondagmiddag over het plein van de hipste wijk slenter. Ximending is het epicentrum van de homoscene en ‘het Harajuku van Taipei’, verwijzend naar de wijk in Tokio waar het niet gek genoeg kan. Ximen Plaza is ook een soort YouTube avant la lettre; jonge artiesten die ontdekt willen worden, vertonen hier hun kunsten. Midden op het plein zit een jongen te drummen en op een geïmproviseerd buitenpodiumpje treedt een rockbandje op en een Taiwanees topmodel steekt het plein over, achtervolgd door een cameraploeg, fotografen en een groepje fans.
De terrassen op het homoplein zitten alweer vol, maar ditmaal loop ik The Red House binnen. De monumentale roodbakstenen markthal uit 1908 werd verbouwd tot cultureel centrum met voorin een theehuis, theaterzaal, filmzaal, concertpodium en tentoonstellingsruimte en achterin tientallen winkeltjes van jonge kunstenaars en ontwerpers. Vrolijke T-shirts, designbouwplaten, knuffelbeestjes en allerhande hebbedingen; wie nog iets origineels nodig heeft om mee thuis te komen, slaagt hier gegarandeerd. In het weekend is de keuze nog groter, want dan is er op het ándere pleintje naast The Red House een creatieve markt met meer handgemaakt moois.
Met plastic tassen vol koopwaar wil ik neerploffen voor een koud biertje en een portie dim sum op een terras op het plein, als ik Brian tegen het lijf loop, de closet case die zich eerder tegen de lokale mores in aanbood als mijn droomman. Hij heeft een beter idee en neemt me mee naar een bijzonder snacktentje. Het wemelt hier van de straatkraampjes, maar alleen in Ximending richten die zich op het homopubliek: Gayke verkoopt niets anders dan worstenbroodjes in de vorm van een piemel. Brian zet gretig zijn tanden in het piemelbroodje en barst uit in een onbedaarlijke giechelbui.
Naar de homospa
“Hmm, I’m not so sure about that one.” Ethan trekt een bedenkelijk gezicht. De kater van vannacht is nog niet verdwenen, ik kan me niets fijners voorstellen dan een ontspannende lichaamsmassage en komt dat even mooi uit: er zijn in Taipei tientallen homospa’s om uit te kiezen. Ik win advies in bij Ethan, de receptionist van QStay, het enige echte homohotel van Taipei. Royal Spa is de beste, dat weet hij zeker, maar die is me te prijzig. Ik opteer daarom voor So Young Men Spa, maar dat levert dus een bedenkelijke blik op. “Maybe they do special service.”
Special service? Lijkt me stug. Misschien in een morsige massagesalon in een ranzige achterbuurt van Bangkok, maar So Young Men Spa zou niet misstaan op de bovenverdieping van een designhotel. Ook Kimo van begin twintig, die ik via de website heb geselecteerd uit een assortiment van een dozijn masseurs, ziet er fris en fruitig uit. Het zit hier wel snor, niets staat mijn portie ontspanning nog in de weg; lekker wegdromen bij een aromatherapiemassage van anderhalf uur. Kimo leidt me naar de massagekamer, waar een kabbelend new-agemuziekje op staat. Hij gebaart me te strippen en te douchen – precies zoals het in een normale spa gaat.
Terwijl ik me in de glazen douchecabine inzeep, wacht Kimo me op naast de massagetafel – over een beetje naaktheid wordt hier niet moeilijk gedaan. Dan zal het ook niet de bedoeling zijn dat ik mijn boxer weer aantrek, bedenk ik me, en ik ga naakt op mijn buik op tafel liggen. Ik krijg gelijk: het blijft betamelijk. Kimo masseert mijn hoofdhuid met kleine roterende bewegingen, kneedt vakkundig en krachtig maar toch ontspannend mijn nek, rug en billen. Dan klimt hij op de tafel om met zijn ellebogen en knieën mijn rug en dijbenen te bewerken. Wat een zaligmakende massage.
Onverwachte ontknoping
“Excuse me, mister, please turn over.” Mijn edele delen worden bedekt met een handdoekje dat nét iets te klein is en met ruime hoeveelheden geurige olie masseert Kimo met zijn goddelijke handen mijn lijf en leden, via borst en buik naar benen en voeten. Ik doezel zachtjes in. De anderhalf uur zit erop, denk ik, zodra Kimo klaar is met mijn voeten. “Massage is over, thank you mister.” Dat verwacht ik elk moment te horen, maar dan volgt een onverwachte ontknoping. Kimo is nog niet klaar met me. Hij masseert mijn onderbuik, liesstreek en de binnenkant van mijn dijen en reflexmatig begint er iets te groeien.
Had Ethan toch gelijk: het is tijd voor de special service. Ik ben meteen weer klaarwakker en even in dubio. Wat nu? Want het is zo onbeleefd om nee te zeggen, het kost vast bijna niks extra, die jongen doet ook maar zijn werk en goh, dat doet ie eigenlijk best goed. Maar nee, ik heb nog nooit van mijn leven betaald voor seks en ben ook niet van plan om dat nu te gaan doen. Vriendelijk doch gedecideerd zeg ik: “Kimo no.” Sorry, maar dit verhaal krijgt geen happy ending.