Nieuwsbrief
9 min read

Fenomenaal Formosa

Dat de Nederlanders hun eerste stad stichtten zijn ze even vergeten, maar wij zijn Taiwan als vakantiebestemming ook vergeten. Een droomeiland met ’s werelds lekkerste Chinees, een prachtcontrast tussen traditioneel en hip en een betoverend Lantaarnfeest.

“Bad breath?” Ze kijkt me aan vol onbegrip. Of je er een slechte adem van krijgt, wil ik weten. Ik gooi het over een andere boeg: “Stinky mouth?” Het kwartje valt, de marktkoopvrouw begint te schateren. “Oooh, no no, stinky tofu only stinky, but taste gooood!” Wandel in een willekeurige Taiwanese stad over de avondmarkt en je ruikt vanzelf een keer een penetrante putlucht. Dat is geen open riool, maar een van de lokale specialiteiten: stinkende tofu. En die smaakt lang niet zo slecht als hij riekt. Tenminste, dat beweren de Taiwanezen – maar geen toerist die het aandurft.

De productie van stinkende tofu gebeurt schimmig, want de lokale Keuringsdienst van Waren heeft het er niet zo op. Brokken verse gestremde sojamelk gaan in een badje van zure melk, groente, vlees of vis om weken of zelfs maanden te fermenteren. Die verrotte tofu wordt vervolgens op de avondmarkt gefrituurd en geserveerd met pittige of zoetzure saus. De buitenkant is krokant, de binnenkant zacht en smeuïg en de geur onvergetelijk. De kraampjes die stinkende tofu verkopen, staan dan ook altijd op een kluitje bij elkaar – om de stankoverlast nog een beetje te beperken.

Taiwanese tapas

Tainan is de hoofdstad van de xiaochi, letterlijk ‘kleine hapjes’ ofwel tapas op z’n Taiwanees. De Taiwanese keuken wordt geroemd als de beste van China, terwijl dit stiekem niet eens China is. Niks geen babi pangang of foe yong hai, maar dim sum, tempura, loempiaatjes, oesteromelet, pasteitjes met bonenvulling, in groene thee gekookte eieren, bapao-achtige stoombroodjes, allerhande worstjes en tofupuddinkjes in verschillende smaakjes en allemaal op eenhapsformaat. En dat koop je gewoon op straat; voor een handvol Taiwanese dollars eet je je buik bol.

Op de avondmarkten is ook vreemdere etenswaar te koop, van gemarineerde varkenssnuiten via gefrituurde kippenkoppen tot gegrilde eendentong. Naar de Hua Yuan-markt voor haaienvinnensoep of naar de Da Dong-markt voor een slangensoepje, gestoofde schildpad of eh… hertenpeniswijn. Nog zo’n Taiwanese delicatesse: ‘duizendjarige eieren’, eendeneieren die maandenlang bewaard worden in houtskool en ongebluste kalk – met de rotte-eierengeur van dien. Voor de Taiwanese keuken geldt hetzelfde als voor Taiwan: een beetje vreemd, maar wel lekker.

VOC-mentaliteit

“Mister, can we take picture please?” Natuurlijk, zeg maar op welke knopje ik moet drukken. Nee, ditmaal willen de lokale toeristen niet dat ik een foto van hen maak, zij willen met mij op de foto. Ik ben blij verrast; eindelijk iemand die doorheeft dat ze hier van doen hebben met een nazaat van de stichters van hun stad. “Where you from?” vraagt een jongen als de foto gemaakt is. “Holland,” antwoord ik. Stilte. Een vragende blik. “The Netherlands?” probeer ik, ”Amsterdam? VOC?” Ik wijs naar een van de vele VOC-logo’s. “I don’t know, mister. Thank you byeee.”

Behalve de culinaire hoofdstad van Taiwan is Tainan ook de Hollandse hoofdstad van het voormalige Formosa, begin Gouden Eeuw gesticht door onze ijverige voorvaderen van de Vereenigde Oostindische Compagnie, als handelspost tussen Batavia en China en Japan. De Hollandse heerschappij duurde amper vier decennia, maar ‘ons’ Fort Zeelandia is nu de topattractie van Tainan. De Nederlandse vlag wappert, in het museum wordt het verhaal van elke gouverneur uit de doeken gedaan en er staat een minimolen voor een Kodak-fotomoment. Maar wie van de bezoekers ik het ook vraag, niemand weet waar Nederland ligt. Rare jongens, die Taiwanezen.

Zon-Maan-Meer

De lokale Erwin Kroll had een stralende dag beloofd, maar de wolken kleven aan de omringende bergen en een dikke mist trekt over het water, niet van het mystieke maar van het mistroostige type. Het miezert. Het zou de meest romantische plek van het land zijn, maar nu even niet; Ri Yue Tan, ofwel het Zon-Maan-Meer, ligt er grijs en grauw bij. Vanaf een uitkijkpunt probeer ik me dit ‘Meer van Genève van Taiwan’ voor te stellen in beter weer, maar wat vooral opvalt is dat de bebouwing op de oevers niet bestaat uit rustieke chalets en houten hotels, maar uit wat lukraak neergekwakte betonblokken.

Bij beter weer valt hier heel wat te beleven: pak de veerboot naar een duo tempels dat samen een belangrijk boeddhistisch bedevaartsoord vormt, wandel naar een veertig meter hoge pagode met panoramisch uitzicht, of bekijk het meer vanaf grote hoogte vanuit de kabelbaan die naar een bergtop bungelt. Er is een wirwar aan wandel- en fietspaden langs het meer – niemand hoeft zich hier te vervelen. Het gaat almaar harder waaien en regenen, het is koud en guur, en de luttele dappere toeristen die toch zijn gekomen, taaien stuk voor stuk af. Zo ook ik.

Badderen in Beitou

Dan maar in bad. Een stomend, warm, borrelend bubbelbad. Beitou is een lommerrijke buitenwijk van Taipei en de plek waar de inwoners van de miljoenenstad heengaan om te onthaasten. In dit kuuroord uit de tijd van het Japanse Keizerrijk is het bronwater dat uit de bodem opborrelt bijna honderd graden heet, zodat er uit het bronmeer in de zogeheten Helvallei grote wolken stoom opstijgen. Vanuit het meer wordt het hete water naar kuurbaden en hotels gepompt. Een bad nemen in het zwavelrijke water kan op drie manieren: spartaans, authentiek of luxueus.

Een kaartje voor het openbare openluchtbad met een verzameling stomende zwembadjes in verschillende temperaturen kost een euro. De tweede optie is de enige overgebleven houten herberg uit de Japanse periode; de Whispering Pine Inn. Een tweepersoonskamer kost er honderd euro per nacht, maar net zoals in alle hotels in Beitou kun je overdag ook kamers per uur huren, inclusief natuurstenen ligbad met aparte kraan voor het warme bronwater. De luxevariant is designhotel Double One, met strakke kamers voor 65 euro per twee uur, met badkamers met designbad en uitzicht op een bamboebos, roomservice en een spa.

De Koppelaar

“Are you single?” vraagt een meisje me in een piepklein en topdruk tempeltje in Datong, de op één na oudste wijk van Taipei. “Nee, ik probeer je niet te versieren,” lacht Julia. “Dit is de Xiahaitempel, waar we komen voor dat beeld daar. Dat is de Koppelaar. Als je tot hem bidt, vind je binnen een jaar je ideale levenspartner.” Een soort Chinese Cupido, alleen zonder pijl en boog maar in een gouden jurk en met een lange baard. Kennelijk werkt het, want in het afgelopen decennium werden ruim vijftigduizend bruidstaarten bezorgd door mensen die hun grote liefde vonden na een bezoek aan de vrijgezellentempel.

Druk is het in ook de Longshan, de oudste tempel van Taipei in de oudste wijk, Wanhua. Taiwanezen sjouwen af en aan met bundels wierook en rode kaarsen, kommetjes kleefrijst, dozen rijstcrackers en schalen vol fruit. Buigend en prevelend aanbidden ze Guanyin, de boeddhistische Godin van Groot Mededogen, plus tientallen taoïstische goden – volgens goed Taiwanees gebruik gaan boeddhisme en taoïsme prima samen, zelfs onder hetzelfde tempeldak. Rond de gouden wierookvaten is het dringen geblazen; de dikke witte rook prikt in mijn neus. Ik waan me hier in de Verboden Stad.

Homohoofdstad

Ingeklemd tussen die twee oude wijken ligt het hippe Ximending. Het centrale plein wordt bevolkt door jongeren in skinny jeans, strakke shirts en wilde coupes. Met z’n reusachtige billboards en knipperende neonverlichting heeft het plein inderdaad wel wat weg van Harajuku, en het is een soort YouTube Live: jonge artiesten die ontdekt willen worden, vertonen hier hun kunsten. Midden op het plein zit een jongen te drummen, op een geïmproviseerd buitenpodiumpje treedt een rockbandje op en een Taiwanees topmodel steekt het plein over, achtervolgd door een cameraploeg, fotografen en een groepje fans.

Ximending is ook het kloppend hart van de gay scene – Taipei wordt ook wel de homohoofdstad van Azië genoemd. Taiwan is progressiever dan China en veel andere Aziatische landen en zo is er een bruisend homo-uitgaansleven ontstaan. Het wemelt hier van de homocafés, -terrassen en -winkels, en niemand kijkt ervan op als twee mannen hand in hand over straat lopen. Zelfs de eetkraampjes richten zich op het homopubliek: in een zijstraat zit er eentje die niets anders verkoopt dan worstenbroodjes in de vorm van een piemel. Oorspronkelijk bedoeld als gimmick voor homo’s, staan er nu vooral giechelende meisjes in de rij.

Lantaarnfeest

“Tja, waarom zouden ze meer treinen inzetten,” verzucht de enige andere westerse toerist. “Als het past, dan past het.” Het is dringen geblazen op het treinstation. Perronopzichters met witte handschoenen zorgen ervoor dat elke boemeltrein vakkundig wordt volgepropt. Vandaag is het Lantaarnfeest, de afsluiting van het Chinese Nieuwjaar. Dat wordt nergens zo uitbundig gevierd als in Pingxi. De conductrice met kleppet blaast op haar fluit en de trein zet zich in beweging, over een honderd jaar oud kolenspoor door de Keelungvallei naar oude mijndorpjes in de bergen ten noorden van Taipei.

Massaal schrijven mensen met Oostindische inkt wensen, gedichten en gebedjes op grote rijstpapieren lampionnen, die massaal en simultaan zullen worden opgelaten. Om het spektakel gade te slaan moet je wat ontberingen doorstaan; er is overal gedrang en geduw, gevolgd door ellenlange toespraken. Dan heeft iedereen zich op de juiste plek opgesteld en is het donker. Met benzine doordrenkte proppen worden aangestoken, de lampions vullen zich met hete lucht en op het teken van de president worden duizend verlichte lampionnen tegelijk losgelaten, om langzaam op te stijgen in de Taiwanese nacht. Een kippenvelmoment van heb ik jou daar. 

Taiwan Praktisch
Hoe kom je er?
Sinds maart vliegt KLM rechtstreeks in 12 uur van Amsterdam naar Taipei; retour vanaf € 888 all-in
Lokaal vervoer
Taiwan is prima per trein te verkennen: de hogesnelheidstrein flitst met 300 km/u van noord naar zuid en de oostkust is te bereizen per boemel. De treinen rijden niet frequent, maar tickets zijn betaalbaar en met wat planning kom je het hele eiland rond. Dienstregeling, info
Eten en drinken
Behalve xiaochi proeven op de avondmarkt is een theeceremonie nog een archetypisch Taiwanese ervaring. De beste plek is Wistaria, het traditionele theehuis waar Ang Lee, voordat hij Hollywood veroverde, zijn film Eat Drink Man Woman draaide.
Accommodatie
W Taipei is met stip het hipste hotel van de hoofdstad, met ruim 500 kamers en suites, een übercoole spa, twee restaurants en drie bars, waarvan die op de 31ste verdieping met een fenomenaal uitzicht op de Taipei 101. 2pk va. € 250.

Gratis nieuwsbrief
Wil jij mijn reisreportages gratis in je mailbox? Ik stuur je graag eens per kwartaal mijn nieuwsbrief.