Salgesch spreekt dan wel Duits, maar de savoir vivre is er niet minder om – met een wijnmuseum, hotels met bedden in eikenhouten wijnvaten, glooiende wijngaarden zover het oog reikt en veertig wijnhuizen is dit hét wijndorp van Wallis.
Het aroma komt je tegemoet – in restaurants en proeflokalen en in de buitenlucht ruikt het naar gistende druiven en rijpende wijn. Stap op het piepkleine stationnetje uit de trein en in één oogopslag is het duidelijk: het wémelt hier van de wijn. Bovenop een bolle berg tooit een wit kruis, aan de voet ervan strekken zich zover het oog reikt frisgroene wijngaarden uit. De wijnvallei van Wallis loopt helemaal van Visp naar het Meer van Genève, maar nergens is er een grotere concentratie van druivenstokken en wijnhuizen. Welkom in wijndorp Salgesch, de beste plek in Zwitserland voor uw dagelijks aanbevolen dosis verbroederende dronkenschap.
Dit dorp in het Rhonedal, precies op de taalgrens, is slaperig – behalve één maand per jaar. In september is het spitsuur in Salgesch, dan is het oogsttijd en zijn de duizend dorpelingen in rep en roer. Tussen de heuvels weerkaatst het geklets van druivenplukkers uit Polen en Portugal, in het dorp wordt gegooid en gesmeten met kratten en fusten. Koddige tweetaktkarretjes rijden luid pruttelend af en aan; met lege laadbak de wijnberg op en volledig volgestouwd weer de wijnberg af – met roestvrijstalen vaten van elk zo’n vierhonderd kilo aan versgeplukte blauwe of witte druiven, te lossen bij een van de veertig wijnhuizen.
Daar worden de druiven gewogen, gekeurd en direct verwerkt; een slimme machine ontdoet de druiventrossen van hun steeltjes, de rode druiven worden gekneusd en de witte geperst en dan verdwijnt de most in het vat voor de eerste gisting. Hard werken voor de wijnbouwers, maar de klus komt met een voordeel: in elke fase van de vinificatie moet er worden geproefd en de gezamenlijke lunch wordt weggespoeld met ruime hoeveelheden jonge druppelwijn of perswijn. Het is bij de wijnhuizen altijd een vrolijke boel.
Wijn als water
Je zou verwachten dat je de wijnmakers in die drukste periode van het jaar vooral niet voor de voeten moet lopen, maar pottenkijkers krijgen in Salgesch een warm welkom. Van de veertig wijnhuizen is de helft open voor het publiek, van de klassieke Kreuzritter Kellerei via het chique Cave La Chapelle tot het hippe Vins des Chevaliers. Ook zonder afspraak kun je er terecht voor een wijnproeverij en wie vooraf even belt, mag een blik werpen in de wijnkelder, steevast volgestouwd met fijne Zwitserse wijnen, of mee op excursie in de wijngaarden.
Wij stappen op goed geluk binnen bij Albert Mathier & Fils, zoals alle wijnhuizen hier een heus familiebedrijf, en lopen binnen de kortste keren vier generaties tegen het lijf. Het geschilderde portret van oprichter Albert Mathier hangt goudgerand aan de muur in het proeflokaal, de 82-jarige zoon Erich Mathier, geboren in het jaar dat zijn vader het bedrijf begon, neemt ons mee de wijnberg op, terwijl kleinzoon Amédée Mathier, die nu de scepter zwaait, vol trots inkopers rondleidt. In deze drukste periode helpt ook de benjamin mee: achterkleinzoon Etienne Mathier van 7 is net uit school en spuit op het erf met een tuinslang de grote roestvrijstalen druivenvaten schoon.
“Fendant is het water van Wallis,” zegt Amédée lachend, terwijl hij komt aansjouwen met armen vol wijnflessen. Die fruitige witte wijn van de chasselasdruif wordt gedronken voor, tijdens en na lunch en diner, gaat in de fondue en bij de raclette. Dat is de met stip meest verbouwde witte wijn van Zwitserland, met als rode pendant de pinot noir. Tussen de dertigduizend wijnstokken van Mathier staan ook sylvaner, chardonnay, muscat en merlot. Al die wijnen moeten geproefd worden en aan uitspugen, zoals in Frankrijk usance is bij wijnproeverijen, doen ze hier niet. Dat zou zonde zijn. Een gezwind bezoek ontaardt hier zomaar in een bacchanaal.
Wijnwandelen
De lokale VVV verzorgt gegidste wandelingen door de wijngaarden, maar zelf eropuit is net zo makkelijk. De populairste en mooiste route leidt van Salgesch naar Sierre, het volgende wijndorp, zes kilometer verderop in het Rhonedal. Op het beginpunt van die Rebweg spreekt men Duits, bij het eindpunt van de Sentier viticole is de voertaal Frans. Tussen de Duitstalige Oberwallis en de Franstalige Bas-Valais markeert het meanderende riviertje Raspille de taalgrens, maar op beide oevers kun je met beide talen terecht – Salgesch heet Sanquenen in het Frans en Sierre is Siders in het Duits. Aan beide zijden zit het met de savoir vivre wel snor.
De wijnroute blijkt een halve dag heerlijk wandelen over slingerpaden tussen de wijnterrassen, langs kabbelende beekjes door het bos en langs miraculeuze kloven en rotspartijen. Een plattegrond is niet nodig; de route begint bij het wijnmuseum in Salgesch en eindigt bij het wijnmuseum in Sierre, is keurig bewegwijzerd en talloze informatieborden geven tekst en uitleg over druivensoorten, kalkbodem en wijnbouw. Bij aankomst wacht het zonnige terras of de ronde bar van het chique Château de Villa, dat vijfhonderd verschillende lokale wijnen schenkt per heel of half glas – biedt daar maar eens weerstand aan.
Heen doe je te voet vier uur over de wijnwandeling van Salgesch naar Sierre, terug gaat het per trein in vier minuten. Kom je na zo’n lange dag zonovergoten wijnwandelen, met een luie lunch met een fles wijn erbij, hier en daar een wijnproeverij en tot slot een copieuze raclette met bij elke gang een bijpassend glas wijn, al knap aangeschoten terug bij je wijnhotel, wordt daar door de hartelijke hotelier met zijn gasten nog uitgebreid nagetafeld. “Ook nog een wijntje?” Waarom ook niet. En bij één wijntje blijft het niet. In wijndorp Salgesch word je gegarandeerd elke dag dronken.